2 Samuel 19:43

Israël en Juda maken ruzie om David

Dan komt het moment dat de mannen van Israël zich laten horen. Zij doen hun beklag over de handelwijze van hun broeders, de mannen van Juda. David heeft daar zelf aan bijgedragen door zijn voorkeursbehandeling van Juda. Het gevolg is jaloersheid. We zien dat de scheuring die zich onder de regering van de kleinzoon van David, Rehabeam, zal voltrekken, hier al verborgen aanwezig is.

In de kerkgeschiedenis is verdeeldheid niet altijd – of misschien beter: vaak niet – het gevolg van een verschil in leerstellingen, maar van het verschil in karakters van hen die bepaalde leerstellingen verdedigen. Wat gebeurt onder de schijn van een verschil in leeropvatting, is in werkelijkheid een strijd tussen mensen die niet voor elkaar willen onderdoen.

De mannen van Israël reageren vleselijk. Het antwoord van de mannen van Juda is net zo vleselijk. Het wijze woord dat Salomo later spreekt, “een zacht antwoord keert woede af, maar een krenkend woord wekt toorn op” (Sp 15:1), wordt door geen van beide partijen ter harte genomen. De mannen van Israël vinden dat zij meer recht op David hebben omdat zij groter in aantal zijn. Er ontstaat twist onder Gods volk tussen aan de ene kant Juda met een deel van Israël en aan de andere kant de rest van Israël. De twist draait om de vraag wie het meeste recht op David heeft. Is het wel goed om zo te spreken? David is toch koning van het hele volk?

Wij moeten oppassen dat we de Heer Jezus niet voor onze groep claimen. Dat kan gemakkelijk gebeuren als we menen dat we trouwere gelovigen zijn dan anderen, of dat we menen dat we meer kennis hebben dan anderen, of dat we meer gaven van de Geest menen te bezitten dan anderen. Laten we bidden dat de Heer ons ervoor bewaart om met onze broeders en zusters, waar ze zich ook bevinden, over Hem te spreken in die zin dat wij een groter recht op Hem zouden hebben dan de ander.

Dit is het kwaad dat Paulus bij de Korinthiërs veroordeelt (1Ko 1:12-13). De groep die Christus als partijhoofd claimt, is het ergst. Zij zijn nog erger dan de Korinthiërs die Petrus of Paulus als partijhoofd hebben gekozen. Dat klinkt misschien vreemd, maar toch is het zo. Paulus somt vier partijen op met ieder een eigen partijhoofd. Eén van die partijhoofden is Christus. Maar kan Hij op één lijn gesteld worden met welk mens dan ook? Toch is dat precies wat de Korinthiërs doen. Christus wordt tot een partijhoofd gemaakt, naast Paulus en Petrus en Apollos! Wat deze partij hiermee zegt, is: ‘Wij zijn de enigen die het juiste standpunt innemen. Wie zich bij Paulus of Apollos of Petrus aansluit, hoort er niet bij.’ Iedere gelovige hoort echter bij Christus, hoewel hij zich misschien, helaas, heeft aangesloten bij de een of andere groep die zich noemt naar een bepaalde dienaar.

Christus is niet in een hokje te plaatsen – net zomin trouwens als Zijn ware dienaren, want die willen niet aan het hoofd van een partij staan of in een hokje geplaatst worden. Als Paulus dan ook zegt dat Christus niet gedeeld is, geeft hij daarmee te kennen dat Christus niet als partijhoofd door de een of andere groep is op te eisen.

Dat beeld herken je misschien in de christenheid om je heen. Wat een verdeeldheid! De ene groep noemt zich naar Luther, een andere naar Calvijn. Ook zijn er groepen en kerken waar mensen bij elkaar komen, alleen omdat ze het eens zijn over bepaalde stukjes of onderwerpen uit de Bijbel, bijvoorbeeld de doop, terwijl anderen, die het daar anders over denken, zich daar niet bij kunnen aansluiten. Dat de Heer Jezus de Enige is door Wie christenen bij elkaar horen, is steeds meer op de achtergrond geraakt. Laten we daarom Hem en wat Hij zegt in Zijn Woord weer op de voorgrond plaatsen!

Copyright information for DutKingComments