2 Samuel 3:7

Isboseth en Abner

Hier gaat de geschiedenis van de burgeroorlog verder. Abner is de eigenlijke machthebber in het huis van Saul en niet Isboseth. Dat blijkt duidelijk, wanneer Isboseth Abner vraagt naar zijn overspelige gedrag met de bijvrouw van zijn vader Saul. Klaarblijkelijk heeft Abner deze bijvrouw genomen. Dat heeft hij niet alleen gedaan omdat zij hem bevalt, maar om daardoor zijn positie in het huis van Saul nog meer te versterken. We zien het ook later bij David als hij Michal terug wil hebben. We zien het eveneens bij Absalom en Adonia. Het is allemaal met dezelfde bedoeling: het verkrijgen van meer macht.

Abner voelt de vraag van Isboseth als een verwijt. Dat is ook terecht, want zijn gedrag is verwijtbaar. Abner neemt het echter niet. Hij maakt zich boos en verwijt Isboseth ondankbaarheid. Is hij er nota bene op uit om ‘goedertierenheid’ te bewijzen en dan waagt Isboseth het om hem een ongerechtigheid met een vrouw te verwijten! In zijn gekrenkte trots en hoogmoed zegt Abner dat hij David het koninkrijk wel zal geven. Dat zal voor David een nieuwe verzoeking worden, nadat in 2 Samuel 1 een Amalekiet het hem al heeft aangeboden (2Sm 1:1-10).

Abner blijkt te weten dat de HEERE David het koningschap heeft gegeven. Daarom is zijn verzet door Isboseth koning te maken, zonde. Hij handelt bewust tegen de wil van God. Abner heeft zich aan de kant van Isboseth geschaard om zelf macht uit te oefenen. Nu hij opmerkt dat uiteindelijk toch David zal winnen en koning zal worden, neemt hij zich voor naar David over te lopen. Hij wil dat doen op een manier die hem het meeste voordeel oplevert.

De dreigementen van Abner hebben effect op Isboseth. Hij bindt in en laat zich niet meer horen. Het toont zijn slappe karakter en laat zien wie er werkelijk aan de macht is.

Copyright information for DutKingComments