2 Samuel 4:9

Antwoord van David

Vluchten voor David, je niet aan zijn gezag onderwerpen, heeft verlamming tot gevolg. Naar David gaan met leugenachtige motieven heeft de dood tot gevolg. Dit laatste ervaren de moordenaars van Isboseth. Ze vergissen zich schromelijk in David omdat ze hem niet kennen. David trapt niet in deze nieuwe val. Hij heeft de les van het vorige hoofdstuk geleerd, waar hij op het punt heeft gestaan een verbond met Abner te sluiten (2Sm 3:12-13). Hij verwijst ook naar een eerdere gebeurtenis dat iemand meende hem een goede boodschap te brengen (2Sm 4:10; 2Sm 1:1-16).

Nu zegt hij dat de HEERE hem uit alle nood verlost heeft (2Sm 4:9). Hij brengt de zaak in zijn ware verhouding. Alleen de HEERE heeft hem geholpen tegenover Saul en niet deze twee moordenaars. Hij spreekt er zijn vertrouwen mee uit dat de HEERE het ook verder voor hem zal regelen. Hij hoeft niets in eigen hand te nemen of van anderen aan te nemen.

We mogen uit Davids houding tegenover de moordenaars van Isboseth leren dat we alles aan de Heer kunnen overlaten. We hoeven niets in eigen hand te nemen of afhankelijk te zijn van anderen als het gaat om wat de Heer van ons vraagt en met ons wil doen. In het verleden heeft Hij al zo vaak geholpen. Hij zal het voor ons voltooien (Ps 138:8; Ps 57:3; vgl. Ru 3:18).

David noemt Isboseth rechtvaardig in vergelijking met deze beide moordenaars. Isboseth is nooit een moordenaar geweest. De Amalekiet is gedood, Abner is gedood, en ook deze beide mannen worden gedood. De handen waarmee zij de moord hebben begaan en de voeten waarmee zij een gewelddadige en verdorven weg zijn gegaan, worden afgehakt.

Copyright information for DutKingComments