2 Samuel 6:11

De ark in het huis van Obed-Edom

De volgende reactie is vrees. Zonde brengt altijd vrees mee, “maar de volmaakte liefde drijft de vrees uit” (1Jh 4:18). David wandelt dan ook niet in het licht van Gods liefde, maar in het licht van zijn goede bedoelingen. Daarom ontmoedigt deze daad van God hem. Hij wordt bang en geeft zijn plan op. Hij laat de ark uitwijken naar het huis van Obed-Edom.

Obed-Edom zal ongetwijfeld hebben geweten wat voor leed de ark heeft veroorzaakt onder de Filistijnen, die de ark gevangen hadden gehouden (1Sm 5:1-12). Hij zal ook hebben geweten van de Beth-Semieten die erin gekeken hebben en van wie sommigen zijn gedood (1Sm 6:19). Hij heeft zeker gehoord en misschien wel gezien dat Uzza is gedood omdat hij de ark heeft aangeraakt. Ook heeft hij opgemerkt dat David te bang is geworden om zich verder nog met de ark bezig te houden. Toch neemt hij de ark met vreugde in zijn huis op. Zonder vrees opent hij zijn deur ervoor. Dat doet hij omdat hij weet dat de ark alleen voor hen die er verkeerd mee omgaan “een reuk uit [de] dood tot [de] dood” is (2Ko 2:16a).

In het huis van Obed-Edom zien we hoe God de ark heeft bedoeld: niet tot vloek, maar tot zegen. Dezelfde hand die de overmoed van Uzza heeft gestraft, beloont de gastvrijheid van Obed-Edom. Voor hem wordt de ark “een reuk uit [het] leven tot [het] leven” (2Ko 2:16b). Als de Heer Jezus centraal staat in ons gezin, komt de zegen. Het verblijf van de ark bij Obed-Edom laat zien dat het mogelijk is om, als de leiders en het hele volk falen, toch persoonlijk en als familie de zegen van Gods tegenwoordigheid te ervaren. Wie op de juiste wijze met de ark omgaat, wordt door God gezegend.

Nooit heeft iemand een reden gehad en nooit zal iemand een reden hebben, om te zeggen dat het tevergeefs is God te dienen. Het voorbeeld van Obed-Edom is een aanmoediging voor hoofden van gezinnen om de dienst van God in ere te houden in hun gezin. Het dienen van God en de belangen van Zijn koninkrijk met hun huizen en hun goederen is het middel om een zegen te brengen over alles wat zij hebben. Het gezin van Obed-Edom deelt in de zegen. Het is goed wonen in een gezin dat de ark huisvest. Allen die ertoe behoren, ervaren er de zegen van.

Later zien we dat Obed-Edom een bijzondere dienst als poortwachter bij de tempel krijgt (1Kr 26:4-8). Hij is een Leviet, maar geboren in een stad van de Filistijnen. Zijn naam betekent ‘knecht van Edom’, dat wil zeggen knecht van het vlees, de zondige natuur, iemand die de wil van het vlees doet (Ef 2:3). In hem zien we echter ook wat God kan doen in zo iemand en wat Zijn genade van hem kan maken.

Copyright information for DutKingComments