Acts 12:1-2

Jakobus door Herodes gedood

De Hd 12:1-24 van dit hoofdstuk zijn een tussengedeelte. Vanaf Hd 12:25 wordt de draad met Barnabas en Saulus weer opgenomen, over wie we in het laatste vers van het vorige hoofdstuk hebben gelezen (Hd 11:30). In dit tussengedeelte verhaalt Lukas de dood van Jakobus door Herodes, de gevangenneming van Petrus door en zijn bevrijding uit de hand van Herodes en de dood van Herodes.

De diepere zin van dit tussengedeelte lijkt in de typologische sfeer te liggen. We hebben in Handelingen 10-11 het werk van Gods Geest voor de aandacht gekregen dat Hij onder de volken is begonnen. Dat betekent dat de verbinding met het Jodendom wordt losgemaakt. Het accent komt te liggen op het christendom onder de volken.

Voordat deze verschuiving naar de volken verder wordt verhaald, zien we in dit gedeelte hoe, als eenmaal de bedeling van de volken voorbij is, God de draad met Israël weer opneemt. Daarom worden we hier voor een ogenblik teruggevoerd naar Jeruzalem om het daarna voorgoed – op een enkel incident na – te verlaten. Daar treffen we Herodes aan, die een type of beeld is van de antichrist die het trouwe overblijfsel in Jeruzalem vervolgt.

Van het gelovig overblijfsel hebben we zowel in Jakobus als in Petrus een type of beeld. Evenals we bij deze twee apostelen zien, zien we ook bij het overblijfsel dat er tijdens de grote verdrukking een deel wordt gedood en een deel wordt gespaard.

De Herodes die in dit gedeelte een hoofdrol vervult, is de derde Herodes die in het Nieuwe Testament wordt genoemd. De eerste wilde de Heer Jezus vermoorden, de tweede liet Johannes de doper onthoofden en deze derde is verantwoordelijk voor de dood van Jakobus. Jakobus is op dezelfde wijze omgebracht als veel oudtestamentische martelaren (Hb 11:37).

Er is nog een aspect dat we van Herodes kunnen noemen en dat in verbinding met het evangelie staat. Met het oog op de verkondiging van het evangelie zien we in Herodes de politieke hindernis voor de verkondiging van het evangelie, een hindernis die wordt overwonnen door het gebed. Bij Petrus waren reinheidswetten een hindernis voor het evangelie, dat wil zeggen een godsdienstige hindernis, maar ook die hindernis is door God overwonnen. Zowel godsdienstige als politieke gezagsdragers zijn altijd instrumenten in de hand van de satan geweest om de loop van het evangelie te stuiten, maar altijd tevergeefs.

Het lijkt erop dat Herodes succes heeft met zijn campagne tegen de christenen. Hij krijgt sommigen van de gemeente in handen om hun kwaad te doen. Als hij Jakobus in handen krijgt, heeft hij daarmee een van de vooraanstaanden van de nieuwe beweging te pakken. Hij laat Jakobus met het zwaard doden, wat erop neerkomt dat hij hem laat onthoofden. Het gaat om de Jakobus die nader wordt aangeduid als “de broer van Johannes”. Dit gebeurt om hem niet te verwarren met Jakobus de broer van de Heer.

Hij en Johannes en Petrus zijn bij de Heer geweest in Zijn verheerlijking op de berg en daar ooggetuigen geweest van de heerlijkheid van de Heer (Lk 9:28; 32). De ervaring op de berg was de bevestiging van de oudtestamentische voorzeggingen over de komst van Christus in heerlijkheid. Zij hebben dat als drie getuigen gezien. Herodes begint deze getuigen om te brengen. Jakobus heeft hij gedood, Petrus wil hij doden en wie zal zeggen of niet ook Johannes nog op zijn lijstje stond. De duivel wil altijd getuigen uitschakelen.

Jakobus is de eerste van de apostelen die de martelaarsdood sterft. Hij wordt niet vervangen als apostel, zoals Judas destijds wel (Hd 1:20-26).

Copyright information for DutKingComments