Acts 12:18-23

Reactie van Herodes

Met het verdwijnen van Petrus van het toneel is de geschiedenis aangaande zijn verdwijning nog niet klaar. Lukas deelt ons nog mee hoe Herodes daarop reageert om ons vervolgens ook nog het einde van Herodes mee te delen. Dat lijkt er, zoals al gezegd, op te wijzen dat het toch wel om de typologische betekenis van deze hele geschiedenis gaat. Na de bevrijding van Petrus als type van het overblijfsel krijgen we nog het oordeel over Herodes als een type van de antichrist. Dat oordeel komt over hem omdat hij zich als God laat vereren, wat ook de antichrist zal doen.

Wat betreft de verdwijning van Petrus, is het begrijpelijk dat daarover grote consternatie onder de soldaten ontstaat. Ze zijn bij de verdwijning aanwezig geweest, hebben er niet aan meegewerkt, maar ze hebben er ook niets van gemerkt en die daarom ook niet kunnen tegenhouden. Het is de verwarring van mensen die menen alles onder controle te hebben, terwijl er dingen plaatsvinden die volledig buiten hen om gebeuren en waar ze toch ten nauwste bij betrokken zijn. Dit is de verblinding die eigen is aan mensen die geen rekening houden met God. Dat geldt ook voor Herodes.

Hij heeft eerst enige tijd naar Petrus gezocht, maar hij vond hem niet (vgl. Jr 36:26). Dan verhoort hij de wachters. Die kunnen natuurlijk geen bevredigende verklaring geven voor de ontsnapping van Petrus. Dan beveelt hij dat de wachters moeten worden weggeleid, dat is om gedood te worden. Zij moeten de ontsnapping van Petrus met hun eigen leven bekopen, want zij zijn verantwoordelijk voor deze ontsnapping (vgl. 1Kn 20:39). Niet Petrus sterft die dag, maar een aantal soldaten sterft in zijn plaats (Sp 11:8).

De dood van Herodes

Lukas beschrijft nog de dood van Herodes. De gebeurtenissen die de aanleiding tot zijn dood vormen, hangen samen met zijn relatie met de Tyriërs en Sidoniërs. Om onbekende redenen is Herodes vertoornd op de Tyriërs en Sidoniërs, de bewoners van twee handelssteden aan de Middellandse Zee. Deze steden zijn voor hun voedselvoorziening afhankelijk van Israël. Deze voedselvoorziening is door de toorn van Herodes stilgelegd. Om die weer op gang te krijgen proberen ze bij Herodes in het gevlei te komen.

Om de diplomatieke betrekkingen weer te herstellen hebben ze contact gezocht met een van de nauwste dienaren van Herodes en wel zijn kamerheer Blastus. Ze hebben hem zover gekregen, mogelijk door steekpenningen, dat hij voor hen bij Herodes wil bemiddelen. Ze vragen om vrede, dat wil zeggen ze vragen Herodes of hij zich weer met hen wil verzoenen. Herodes gaat op het verzoek in en stelt een dag vast waarop hij het gezantschap en het volk van Caesaréa zal toespreken. Volgens de Joodse geschiedschrijver Flavius Josephus is dat de tweede dag van een feest dat Herodes heeft georganiseerd om een overwinning van keizer Claudius te vieren.

Josephus spreekt ook over het koninklijk gewaad dat Herodes aantrekt. Hij zegt daarvan dat het een geheel uit zilver geweven gewaad is. Herodes treedt hier nadrukkelijk als koning op, waarbij hij alle aandacht op zichzelf vestigt. In die hoedanigheid en met dat vertoon van overweldigende schittering neemt hij op de rechterstoel plaats om daarop gezeten zijn toespraak te houden. Herodes begint met zichzelf als koning te presenteren, een positie die hij zich aanmatigt. En daar blijft het niet bij. Terwijl hij spreekt, groeit hij in die positie uit tot een god.

Hij hoort met groot welgevallen hoe het volk hem toeroept – hoe gehuicheld ook omdat ze hem weer op hun hand willen krijgen – dat zijn stem die van God is en niet die van een mens. Ze brengen hem goddelijke eer toe die hij grif in ontvangst neemt. Hiermee wordt weer een aspect toegevoegd aan de gedachte dat we in hem een type van de antichrist hebben, want ook die goddeloze zal zich als God laten aanbidden (2Th 2:4).

Dit eerbetoon dat hij van mensen in ontvangst neemt, bezorgt hem de toorn van God die hij direct na dit eerbetoon in ontvangst moet nemen. Wat bij de heidenen algemeen is en door God lang niet altijd direct wordt geoordeeld, oordeelt God bij Herodes wel zonder uitstel. Herodes wist beter en had dit niet mogen accepteren.

God toont hier dat Hij de Heerser van de wereld is, hoe groot de trots van de mens ook mag zijn. Omdat Herodes zich die eer laat welgevallen, slaat God hem door middel van een engel (vgl. Dn 4:30-31; Jb 40:6-7). Hier geeft God ook een getuigenis dat Hij de ware Heerser is en niet de man die de christenen vervolgt.

Hiermee eindigt de tussenzin in dit hoofdstuk. De handelingen van Petrus hebben we gehad evenals de zeven toespraken die hij heeft gehouden. Hierna beginnen de handelingen van Paulus. Ook van hem zullen we zeven toespraken horen.

Copyright information for DutKingComments