Acts 15:12

Verslag van Barnabas en Paulus

Het zwijgen van de menigte geeft aan dat zij geen weerwoord hebben op wat door Petrus is gezegd. Een weerwoord zou betekenen dat zij God zouden weerspreken. Terwijl zij zwijgen, nemen Barnabas en Paulus het woord. Nadat Petrus heeft teruggekeken naar het verleden, spreken Barnabas en Paulus over de daden van God in het heden. Na hen zal Jakobus nog de blik op de toekomst richten.

De hele menigte hoort Barnabas en Paulus de grote tekenen en wonderen verhalen die God door hen onder de heidenen heeft gewerkt. Wat God onder de heidenen heeft gedaan, bewijst dat Zijn genade ook naar hen uitgaat. Al in Hd 15:4 hebben Barnabas en Paulus verteld over Gods werk onder de heidenen. Nu willen ze duidelijk maken dat wat in Caesaréa als een eenmalige gebeurtenis heeft plaatsgevonden, overal onder de heidenen gebeurt. Daarbij is het opvallend dat God geen enkele aanwijzing heeft gegeven dat er iets aan Zijn werk ontbreekt, zoals het houden van de wet.

Met hun verslag onderbouwen en onderstrepen Barnabas en Paulus het verslag van Petrus. De grote tekenen en wonderen waarvan zij in hun verslag melding maken, zijn een onderstreping van Godswege van de boodschap van de behoudenis ook voor de volken. God heeft daarmee bevestigd dat hun verkondiging aan de volken naar Zijn wil is.

Zoals bij Handelingen 8 al is opgemerkt, zien we dat waar sprake is van tekenen en wonderen, deze gebeuren door de apostelen en naast hen alleen door Stéfanus en Filippus. Het doen van tekenen en wonderen is niet iets wat algemeen door alle gelovigen werd gedaan, maar slechts door een select gezelschap dat God daartoe de bekwaamheid heeft gegeven.

Copyright information for DutKingComments