Acts 18:1-3

Paulus komt in Korinthe

Het volgende doel van Paulus is Korinthe, de hoofdstad van de provincie Achaje. De stad had twee havens aan de Middellandse Zee en was een concurrent van Athene. Als havenstad was het een trefpunt en woonplaats van allerlei nationaliteiten. Evenals Athene was Korinthe bekend om haar wijsheid en geleerdheid, maar meer nog om haar grote verwording en zedeloosheid. Dat blijkt wel uit het feit dat er van de naam van de stad een werkwoord was gemaakt: ‘korinthianiseren’. Dat woord betekent zoveel als ‘in hoererij leven’.

Paulus komt daar niet met een houding van die wereldse stad eens een lesje te leren. Hij is zich bewust dat hij zich begeeft op een terrein waar de mensen met God en Zijn geboden totaal geen rekening houden en er voor het menselijk leven geen enkel respect bestaat. Hij komt daar dan ook “in vrees en in veel beven” (1Ko 2:3).

Om hen voor het evangelie te winnen heeft hij geen gebruikgemaakt van uitnemendheid van woorden of wijsheid. Dat zou hen niet tot de overtuiging hebben gebracht van hun zondigheid, maar hen juist ongevoelig hebben gemaakt voor het evangelie. Nee, toen hij naar hen toeging, had hij zich voorgenomen niets onder hen te weten dan “Jezus Christus, en Die gekruisigd” (1Ko 2:2).

Tegenover alle zedeloosheid heeft hij Christus, en Die gekruisigd, voorgesteld. Hij heeft de Persoon van Christus en Zijn werk aan het kruis aan hen voorgehouden. Daarmee heeft hij Gods genade voor hen bekendgemaakt, terwijl hij daarin ook Gods oordeel over de zonde heeft laten zien.

Paulus en Aquila en Priscilla

Tegen de achtergrond van dit uiterst wereldse bolwerk en zijn eenzame aankomst en verblijf in die stad, moet de ontmoeting met het echtpaar Aquila en Priscilla een bemoediging voor Paulus zijn geweest. Om deze ontmoeting te doen plaatsvinden heeft God het bevel van keizer Claudius in Rome gebruikt. Zo weet Hij altijd de groten van de aarde in te schakelen om Zijn werk te bevorderen (vgl. Lk 2:1-7). Keizer Claudius had een antisemitisch bevel uitgevaardigd en de Joden uit Rome weggestuurd. Als aanleiding tot dit bevel is wel verondersteld de strijd en onrust die waren ontstaan onder de Joden vanwege de vraag of de Heer Jezus de Messias was of niet.

Omdat Aquila een Jood was, zoals Lukas nadrukkelijk vermeldt, moest ook hij uit Rome vertrekken. Of zijn vrouw het ook was, wordt ons niet verteld. Aquila kwam uit Pontus, in het zuiden van het huidige Turkije. Later is hij verhuisd naar Rome. Waar hij Priscilla heeft ontmoet en of zij kinderen hadden, wordt ons ook niet meegedeeld, evenmin als de wijze waarop zij tot geloof gekomen zijn.

Aquila en Priscilla worden hier voor de eerste keer genoemd van de in totaal zes keer dat hun namen worden vermeld. Zij zijn trouwe en gewaardeerde medewerkers van Paulus geworden, die hun leven voor hem hebben gewaagd en die de gemeente in huis hadden (Rm 16:3-5; 1Ko 16:19). Paulus heeft hen tot in het laatst van zijn leven in gedachten gehad (2Tm 4:19). De drie keer dat Paulus over hen in zijn brieven schrijft, schrijft hij “Prisca” en niet ‘Priscilla’, zoals Lukas dat drie keer in dit hoofdstuk doet. ‘Priscilla’ is de verkleinvorm van Prisca.

Paulus gaat naar hen toe. Hij waardeert hun gezelschap. Hij merkt hun belangstelling voor de dingen van de Heer. En hij ontdekt nog een overeenkomst: Aquila is tentenmaker van beroep en dat is hij ook. Paulus had naar goed Joods gebruik een vak geleerd, zoals dat van alle Joodse jongens werd verwacht. ‘Wie zijn zoon niet leert te werken, leert hem te stelen’, zeiden de rabbi’s. Het vak dat Paulus heeft geleerd, is dat van tentenmaker.

Omdat Aquila, naar het lijkt, een tentenmakersbedrijfje had, kan Paulus bij hem aan het werk gaan en er blijven. Op deze wijze kan hij in zijn eigen onderhoud voorzien. Hij doet dat om volledig onafhankelijk van de Korinthiërs te zijn en zonder enige verdachtmaking dat hij, door hun het evangelie te verkondigen, uit zou zijn op hun geld. Van andere gemeenten heeft hij wel geld aangenomen. Zo ontving hij, toen hij in Thessalonika was, twee keer ondersteuning uit Filippi (Fp 4:15). Maar in Korinthe, waar geld en handel in overvloed waren, neemt hij geen financiële ondersteuning aan.

Hij werkt rustig met zijn eigen handen. Hij had het recht om van het evangelie te leven, maar maakt in Korinthe daarvan geen gebruik (1Ko 9:14; vgl. Hd 20:34-35). Hij wilde op geen enkele wijze de indruk wekken dat hij het evangelie predikte om eraan te verdienen, om op die manier koopwaar van het evangelie te maken, zoals alles in die stad koopwaar was.

Copyright information for DutKingComments