Amos 3:1

Inleiding

Amos 1-2 laten zien dat er geen onderscheid kan zijn tussen Israël en de volken als het gaat om de maatstaf van Gods heiligheid. Maar in Amos 3 zien we dat Israël wel een apart oordeel ondergaat. De reden daarvoor is dat te midden van alle volken Israël van God een speciale plaats heeft gekregen. Het is Zijn eigendomsvolk. Daarom komt er een speciaal oordeel over het volk dat de HEERE voor Zichzelf heeft uitverkoren. Daarover gaat het in de Am 3:1-2. De aankondiging van het oordeel heeft de HEERE aan de profeten opgedragen (Am 3:3-8). De inhoud van het oordeel is dat de vijand het land zal binnenvallen, zijn bewoners zal ombrengen, de altaren van Bethel zal verwoesten en van de hoofdstad een puinhoop zal maken (Am 3:9-15).

Wij kunnen hieruit leren. Evenals Israël toen de positie innam van Gods getuigenis, zo doet de christenheid dat nu. Als we die positie innemen, is het nodig dat we een getuigenis afleggen van Wie God is en dat dit gebeurt in overeenstemming met Wie God werkelijk is. Een wangetuigenis geeft een vals beeld van Hem. Helaas heeft de geschiedenis van de christenheid laten zien dat zij het er niet beter heeft afgebracht dan Israël. God zal dan ook de christenheid moeten oordelen. De beschrijving van dat oordeel vinden we in Openbaring 17-18.

Oproep om te horen

De oproep “luister naar dit woord” horen we ook in Amos 4 en Amos 5 (Am 4:1; Am 5:1). Het zijn woorden die oproepen alle werk te staken om aandachtig naar “dit woord” te luisteren. Dat het een woord is “dat de HEERE tot u spreekt”, legt extra nadruk op het belang van het luisteren. Niemand minder dan de HEERE spreekt en het betreft niemand anders dan henzelf, de “Israëlieten”. Dit zijn stuk voor stuk dringende redenen om de oren te spitsen. Hier wordt tot het hele volk gesproken, Juda en de tien stammen, want er wordt verwezen naar “het hele geslacht” dat de HEERE “uit het land Egypte” voerde.

Met deze woorden legt Amos tevens de verbinding met de oorsprong van hun volksbestaan. Bekend als ze zijn met hun volksgeschiedenis, weten ze dat Egypte het land is waar ze harde slavenarbeid hebben moeten verrichten. Nooit hadden ze zichzelf uit die slavernij kunnen bevrijden. Dat ze nu in Israël wonen, hebben ze te danken aan de bevrijdende liefde en kracht van de HEERE.

Copyright information for DutKingComments