Amos 5:13

De verstandige zwijgt

Amos beantwoordt niet de vraag of de verstandige er goed aan doet te zwijgen. Hij constateert het feit. De verstandige kan zwijgen omdat hij zich anders de haat van de rijken op de hals haalt. Hij kan ook zwijgen omdat hij ziet dat er toch niemand luistert en dat alleen de taal van het geld spreekt. Hij doet er het zwijgen maar toe omdat een beroep op de bestuurders niets zal baten, corrupt, omgekocht als zij zijn, waardoor hem toch geen gerechtigheid zal geschieden. De stroom van het kwaad kan zo groot zijn, dat het zinloos is zich ertegen te keren. Als het een tijd is van geestelijk verderf, waarin alle praten en vermanen niets helpt, is “een tijd om te zwijgen” (Pr 3:7) aangebroken.

Het zwijgen kan ook betrekking hebben op de houding die de verstandige aanneemt bij het zien van Gods rechtvaardige straffen. Hij zal daartegen niet in opstand komen, want hij beseft dat God Zijn straffen laat komen omdat het een tijd is waarin het kwaad hoogtij viert. De verstandige zoekt in die tijd zijn toevlucht in het heiligdom. Hij protesteert niet, maar vertrouwt op Gods tussenkomst.

Mogelijk dat met deze ‘verstandige’ een maskil wordt bedoeld. De naam maskilim betekent ‘verstandigen’ of ‘leraars’. Dit is een groep bijzondere Godsmannen. Het zijn mannen die in de eindtijd inzicht zullen krijgen in de gedachten en wegen van God om daarmee anderen te onderwijzen (Dn 11:32b-33; Dn 12:3; 10).

Copyright information for DutKingComments