Amos 5:14

God is met Zijn volk

Nog een keer, tussen de oordeelsaankondigingen door, horen we van Amos een aansporing om God te zoeken. Niet dat hij er veel heil in ziet, want hij gaat al snel hierna weer over tot zijn bestraffingen, overtuigd als hij is dat Israël onverbeterlijk is. Toch kan hij het niet laten telkens te wijzen op de vluchtweg.

“Het goede” is alles wat goed is. Iets is alleen goed als het in verbinding met God staat. Hij is de verpersoonlijking van ‘het goede’. “Niemand is goed dan Eén: God” (Mk 10:18). De aansporing om “niet het kwade” te zoeken wil niet alleen zeggen dat men zich niet op het kwade richt, maar het ook verwerpt of ontvlucht. Als God dat bij Zijn volk waarneemt, zullen zij leven en niet aan het oordeel van de dood worden prijsgegeven.

Ze zullen dan mogen rekenen op de aanwezigheid van “de HEERE, de God van de legermachten” in hun midden. Hij zal Zijn volk nationaal en individueel zegenen en hen ook verdedigen en voor hen strijden (vgl. Dt 31:8; Ri 6:12). Dan zullen ze in waarheid kunnen zeggen dat God met hen is.

Nu zeggen ze wel dat God met hen is, maar dat is alleen maar zo in hun verbeelding. Het is een lippenbelijdenis. Zij denken als Gods uitverkoren volk God gewoon voor zich te kunnen claimen, zonder zich af te vragen of God wel bij hen kán zijn. God kan alleen zijn met hen die met Hem zijn (2Kr 15:2).

Copyright information for DutKingComments