Amos 7:8

Het paslood

Als de HEERE vragen stelt, doet Hij dat om ons bij Zijn handelen te betrekken. Hij wil ons inzicht daarin geven, zodat wij zien dat Hij rechtvaardig handelt en wij met Zijn handelen zullen instemmen. Door ons erbij te betrekken kan Hij ons ook inschakelen in Zijn plannen. Hij wil dat wij Hem begrijpen in Zijn doen. Het stellen van vragen dwingt de ander tot oplettend waarnemen en vaak ook tot nadenken.

Aan Amos wordt niet gevraagd of hij weet wat het betekent. Hij krijgt de uitleg, zonder dat wij zijn vraag daarnaar horen. Als iemand oplettend naar Gods handelen kijkt, zal hij zeker benieuwd zijn naar de reden ervan. Aan Jeremia en Zacharia wordt ook gevraagd wat zij zien (Jr 1:11; 13; Zc 4:2; Zc 5:2). Na hun antwoorden vertelt de HEERE hun ook de betekenis van wat zij zien.

Op de vraag wat Amos ziet, had hij kunnen antwoorden: ‘U’, of: ‘Een muur.’ Maar hij antwoordt: “Een paslood.” Daar gaat het om. Het paslood is een stuk lood aan een touw dat men langs of voor een bouwwerk hangt om te zien of het loodrecht is opgetrokken. In figuurlijke zin wordt het hier gebruikt om de precisie, de exactheid van het oordeel over Israël aan te tonen (2Kn 21:13; Js 34:11).

De muur is loodrecht, het paslood geeft dat aan. Gods werk aan Israël is volmaakt. Nu wordt het paslood geplaatst in het midden van Israël. Het paslood geeft aan dat een volstrekt rechte maat wordt toegepast om hun ongerechtigheden aan te tonen, zodat de afwijking door ieder erkend zal moeten worden. God heeft een onveranderlijke standaard om de geestelijke oprechtheid van Zijn volk te toetsen. De maat waarnaar het leven van het volk gemeten wordt, is de wet. Het paslood wordt gehouden naast alles wat het volk doet.

Na het aantonen van de afwijkingen zou verder uitstel de indruk geven dat God de zonde niet ernstig neemt. Amos ziet in dat de Heere met het plaatsen van het paslood de weg tot verdere voorbede afsnijdt. Het oordeel staat vast en zal nu worden voltrokken. Gods besluit staat vast: “Ik zal het niet langer voorbijgaan”, zoals Hij dat wel in Egypte heeft gedaan (vgl. Am 5:17). In Egypte is God vergevend voorbijgegaan op grond van het bloed aan de deurposten (Ex 12:13). Maar nu is er een einde gekomen aan het geduld van God.

Copyright information for DutKingComments