Amos 8:2

Rijp voor het oordeel

De vraag “wat ziet u, Amos?” (vgl. Am 7:8), dwingt Amos ertoe nauwkeurig te kijken en antwoord te geven. Zo wordt hij intens bij het visioen betrokken. God wil dat wij echt zien wat Hij laat zien en niet onze eigen visie geven op wat Hij toont. Dit is ook van belang met het oog op wat Hij in Zijn Woord zegt. Het past ons niet te zeggen ‘dat zie ik niet zo’, als God duidelijk in Zijn Woord heeft laten zien hoe Hij over bepaalde dingen denkt. Zo komt ook telkens als wij het Woord van God lezen, de vraag van de Heer tot ons, waarbij Hij onze naam noemt, net als bij Amos: ‘Wat zie jij …?’

De vraag aan Amos is duidelijk en niet moeilijk te beantwoorden. Zijn antwoord is precies wat God laat zien. Daarom krijgt hij te horen wat de betekenis is. Hierin ligt ook voor ons het geheim van het opgroeien “in de genade en kennis van onze Heer en Heiland Jezus Christus” (2Pt 3:18). Als wij in de Bijbel ‘zien’ wat God erin laat zien, maakt Hij de betekenis ervan duidelijk. Hij geeft ons dan inzicht in Zijn gedachten.

De zomervruchten tonen aan dat het einde zeker is en ook nabij. In het Hebreeuws is er een woordspeling. Het woord voor zomervruchten wordt bijna hetzelfde uitgesproken als het woord voor ‘einde’ in: “Het einde is gekomen voor Mijn volk Israël.”

Het vonnis “Ik zal het niet langer voorbijgaan” (vgl. Am 7:8), zal rouw over Israël brengen, zoals destijds over Egypte (Am 8:10). Als mensen geen einde maken aan de zonde in hun leven, moet God een einde aan de mens maken, ook al betreft het Zijn volk Israël.

Copyright information for DutKingComments