Colossians 2:20

Vasthouden aan het Hoofd

Ko 2:16. Paulus heeft je positie in Christus duidelijk gemaakt. Je hebt leven. Het is Gods bedoeling dat je dit leven in vrijheid leeft en dat het een overwinningsleven is. Buitenstaanders zullen je leven beoordelen. Dat mag. Maar er zijn soms van die buitenstaanders die jou willen vertellen dat je je aan bepaalde inzettingen moet houden. Daar mag je geen millimeter aan toegeven. Bedenk dat godsdienstige inzettingen geen zeggenschap meer hebben over iemand die met Christus verbonden is.

Weet je wat het inhoudt als je die dingen toelaat in je leven? Dat je daardoor de volmaaktheid van het werk van Christus en de heerlijke gevolgen daarvan voor jou persoonlijk loochent. De vijand mag dan wel ontwapend zijn, zijn listen is hij nog niet kwijt. Zijn sterkste wapen, de dood, houdt geen bedreiging meer in. Hij wil echter wel je geloofsleven verwoesten. Hij weet hoe effectief Joodse en andere godsdienstige inzettingen zijn. Als hij je ertoe kan brengen die te gaan onderhouden, is hij geslaagd.

De vijf dingen die worden genoemd, kenmerken het godsdienstig systeem dat de dwaalleraren aanhangen. Niets ervan is geestelijk, het is allemaal materieel, aards. Er is niets mis met eten en drinken, maar als het een godsdienstige lading krijgt, is het een verminking van de ware dienst aan God. In Israël hadden de spijswetten hun plaats, evenals speciale (jaarlijkse) feestdagen, de (maandelijkse) nieuwe maan en de (wekelijkse) sabbat. Als deze dingen worden overgeheveld naar de tijd van het christendom, gaat de ware betekenis van het christendom verloren.

Ko 2:17. De inzettingen van het Oude Testament zijn “een schaduw” van “het lichaam”. Het lichaam wil zeggen de werkelijkheid die zou komen. Die werkelijkheid is Christus (Jh 5:46). Christus is de vervulling van alle oudtestamentische schaduwen. Hij is ons ware voedsel en onze ware drank. Hij is de vervulling van alles wat in de verschillende feesten wordt voorgesteld. Iets van de schaduw in het christendom invoeren werpt een schaduw over Christus.

Je kunt het vergelijken met het kijken naar een foto, terwijl de persoon zelf aanwezig is. Genoegen nemen met een foto en de persoon negeren komt neer op een afwijzing van de persoon. Ook het heen en weer bewegen van je aandacht tussen foto en persoon houdt een belediging van de persoon in. Er wordt mee gezegd dat de persoon niet voldoende is. Het verlangen naar een vermenging van de schaduw met de werkelijkheid betekent dat Christus niet voldoende is.

Steeds weer is er discussie over het houden van de sabbat. Steeds weer klinken er stemmen die de sabbat in enigerlei vorm onderdeel van het christelijk leven willen maken. Die discussie is in het licht van wat hier staat volkomen nutteloos en ook gevaarlijk. Het is trouwens de enige keer dat in de eenentwintig nieuwtestamentische brieven naar de sabbat wordt verwezen. Om die te houden? Nee, juist om die niet te houden. Is dat niet veelzeggend?

Ko 2:18. In de Ko 2:16-17 wijst Paulus op het gevaar dat hen van Joodse kant bedreigt, de inzettingen. In Ko 2:18 wijst hij op het gevaar van de ten onrechte zo genoemde kennis in de vorm van mysticisme. Misschien ken je ze wel, mensen die beweren dat ze visioenen hebben gehad. Ze willen indruk maken door hun bewering dat ze dingen hebben gezien die anderen niet hebben gezien. Daardoor presenteren ze zichzelf als geestelijker dan anderen en beschouwen ze zichzelf als een soort middelaar. Je moet bij hen zijn om bijzondere dingen over God te ervaren. Hun opstelling is heel nederig, alsof ze geen eigen eer zoeken. Nee, ze zoeken geen eigen eer, zo huichelen ze, maar ze vereren engelen, want die wezens bevinden zich in Gods onmiddellijke tegenwoordigheid; via hen kunnen zij meer over God te weten komen.

Als je je openstelt voor zulke mensen en hun ideeën, loop je gevaar de prijs te missen. Het ontzeggen van de prijs betekent dat je beroofd wordt van een kroon na je christelijke wedloop. De enige engelen die aanbidding van mensen willen, zijn boze engelen. Heilige engelen wijzen die aanbidding af (Op 19:10; Op 22:9). Een andere verderfelijke vorm van verering is die van Maria als middelares, alsof zij nodig zou zijn om tot de Heer Jezus of God te naderen. Dit is geen nederigheid waarin Gods eer wordt gezocht. Het is een valse nederigheid en de verering van een schepsel en daarachter van demonen (1Ko 10:20).

Paulus ontmaskert deze lieden door te zeggen dat hun ideeën voortkomen uit hun eigen verdorven denken, het denken van het zondige vlees. Er is geen enkele basis voor aanwezig.

Ko 2:19. Wie zich met hen inlaat, houdt dan ook niet langer vast aan het Hoofd, Christus. Jij, en elk lid van de gemeente, bent persoonlijk met het Hoofd verbonden, zonder enige tussenpersoon in welke hoedanigheid dan ook. Jouw groei vloeit voort uit jouw directe verbinding met het Hoofd, Christus, zonder enige middelaar. Zo heeft God het geregeld. Op die manier groeien is opgroeien “met de groei van God”.

Sta niet toe dat iets of iemand zich tussen jou en Christus indringt. Elk lid van het lichaam staat in rechtstreekse verbinding met het Hoofd voor het vervullen van zijn eigen functie. Met al die andere leden ben je via het Hoofd verbonden en samen groei je op. Realiseer je wel dat toegeven aan dwalingen of overleveringen van mensen niet alleen je eigen groei verstoort, maar ook die van de andere leden.

Ko 2:20. Om te ontkomen aan de gevaren van het Joodse en het filosofische systeem word je weer gewezen op de dood van Christus. Als je met Christus gestorven bent, wil dat zeggen dat je voor het systeem van deze wereld, de elementen ervan, dood bent. Hoe zou je je dan nog aan bepaalde inzettingen onderwerpen? Als je gestorven bent, kun je niet meer doorleven alsof je er nog wel deel van uitmaakt. Omdat je gestorven bent, zijn allerlei wetten en regels en andere dingen niet meer op jou van toepassing. Er is immers niets wat nog macht over een dode kan uitoefenen? Een dode is toch niet aanspreekbaar? Er kunnen toch geen handelingen van hem verwacht worden?

In het christendom gaat het niet meer om het houden van allerlei geboden of verboden. Daarvan ben je bevrijd omdat je met Christus gestorven bent. Het weer in acht nemen van deze dingen betekent dat je terugkeert naar de wereld ten opzichte waarvan je gestorven bent.

Ko 2:21-22. De inzettingen, die samengevat worden in “raak niet en smaak niet en roer niet aan”, zijn dingen die aards en materieel zijn. Zoals alle wetticisme gaan ze gepaard met verboden (vgl. Mk 7:1-23). Ze zijn niet op jou van toepassing. Het zou ook dwaas zijn je ermee in te laten. Het zijn dingen die geen enkele blijvende waarde hebben. Heb je ze gebruikt, dan zijn ze verdwenen. Dat komt omdat het “geboden en leringen van mensen” zijn. Wat een mens bedenkt, houdt niet lang stand. Alleen God bedenkt dingen die van eeuwige duur zijn (1Pt 1:24-25).

Ko 2:23. Wat de mens bedenkt, lijkt soms heel wat waard te zijn. Toch is het slechts schijn, de werkelijkheid is leeg. Hun gepraat lijkt wijs, de inhoud is dwaas. De eigen wil voert de boventoon. Het ‘ik’ staat centraal. Er is geen buigen voor God en Zijn Woord. Ze buigen wel, ze doen zich wel nederig voor, maar dat is niet hun houding tegenover God. Het is hun houding tegenover schepselen tegen wie zij opzien, misschien buitengewoon begaafde mensen, misschien zien ze op tegen engelen.

Op geestelijk terrein vereren zij hun meerderen, maar op het terrein van de door God geschapen materie is er geen respect. Zo werd het lichaam door de Grieken beschouwd als een kerker waarin de geest gevangenzat, alsof het slechts stof was, zonder betekenis. Om de geest tot ontplooiing te laten komen werd het lichaam getuchtigd met zelfkastijding en vasten. Aan de behoeften van het lichaam mocht niet worden toegegeven. De trots van de mens wil alles beheersen, ook de door God ingeschapen behoeften van het lichaam. Deze inspanning dient tot niets anders dan tot bevrediging van het zondige vlees.

Als je in gedachten houdt dat je met Christus gestorven bent, zal de vijand bij jou tevergeefs proberen een opening te vinden voor zijn dwalingen.

Lees nog eens Kolossenzen 2:16-23

Verwerking: Heb jij naar aanleiding van dit gedeelte in jouw geloofsleven ‘leringen en geboden van mensen’ ontdekt? Wat moet je daarmee doen?

Copyright information for DutKingComments