Daniel 2:44

Het vijfde rijk

Hoewel Daniël het getal tien niet noemt – dat doet Johannes (Op 17:12) –, spreekt hij wel van “koningen” (Dn 2:44). Aan de rijken van al die koningen komt een einde, doordat “de God van de hemel” een koninkrijk opricht dat eeuwig is. Dit vijfde rijk is een totale vervanging van het vierde en zal niet worden opgevolgd. De vorige rijken hebben steeds een einde gevonden. Dit rijk kent geen einde. Het maakt een einde aan alle voorgaande rijken en blijft zelf eeuwig bestaan. Niets en niemand is in staat dit rijk te overwinnen. Het behoort niet tot het beeld en neemt niets ervan in zich op, zoals de vorige rijken wel deden met de door hen veroverde rijken.

De steen, het laatste rijk, vernietigt het beeld volkomen en groeit dan uit tot een berg. Dit rijk wordt niet door een mens, “niet door [mensen]handen”, maar door God opgericht (vgl. Hb 9:24a; 2Ko 5:1). Dit rijk vindt zijn oorsprong bij God in de hemel. Als Jezus Christus Zijn rijk vestigt, zal Hij eerst alle macht van de mens oordelen. De steen is een beeld van Christus (Lk 20:17-18). In Daniël 7 zullen we zien dat het afhouwen van de steen overeenkomt met de wederkomst van Jezus Christus.

Keer op keer gebruikt Daniël in zijn uitleg de woorden “daarom hebt u gezien”. Hiermee herinnert hij de koning aan wat deze met eigen ogen heeft aanschouwd. Het is een extra beklemtoning van de waarheid van de droom en de uitleg. Daniël sluit zijn uitleg af met te wijzen op “de grote God” als de Oorsprong van de droom en met de verklaring dat de “droom waar en de uitleg betrouwbaar” is. Alles wat van God komt, geeft houvast, daar kun je op vertrouwen.

Copyright information for DutKingComments