Daniel 2:47

Eerbetoon van Nebukadnezar

Nebukadnezar is diep onder de indruk van de uitleg door Daniël. Hij heeft hem zonder hem te onderbreken laten uitspreken. Er is geen enkele twijfel bij hem over de juistheid ervan. Hij voelt dat hij met een macht te maken heeft die zijn macht volledig in de schaduw stelt. De grote, machtige koning valt voor Daniël neer en aanbidt hem. Het gouden hoofd bewijst een arme banneling goddelijke eer!

Het is niet voor te stellen dat Daniël die goddelijke eerbetuiging heeft aangenomen, evenmin als de offers. Dat is in strijd met zijn karakter en zijn vroomheid. Petrus weigert die eer ook wanneer Cornelius hem huldigt, evenals Paulus en Barnabas wanneer de menigten aan hen willen offeren alsof zij goden zijn (Hd 10:25-26; Hd 14:14-15).

Door wat Nebukadnezar over God zegt, zien we dat hij niet waarlijk innerlijk tot berouw en bekering is gekomen. Hij prijst de God van Daniël. Dat die God ook zijn God is geworden, blijkt helaas niet.

Hij bewijst Daniël grote eer en overlaadt hem met geschenken. Daniël laat zijn vrienden in de eer delen. Hij heeft hun gevraagd om voor en met hem te bidden om uitkomst met betrekking tot de droom van Nebukadnezar. Nu hij door Nebukadnezar tot hoofd over alle wijzen is gemaakt, maakt hij van zijn positie gebruik om ook zijn vrienden van bepaalde voorrechten te voorzien. Geloof deelt in nood en in voorspoed (vgl. 1Ko 12:26).

Copyright information for DutKingComments