Daniel 5:5-6

De schrijvende vingers

Als Belsazar en het hele feestvierende gezelschap de bekers laten rondgaan, verschijnen er plotseling vingers van een mensenhand die iets op de muur schrijven. Het zal doodstil geworden zijn. De doodse stilte is niet het gevolg van een oorverdovende donderslag of een verblindende bliksemschicht. Er verschijnt ook geen engel met een zwaard om allen te verdelgen. Het zijn slechts “de vingers van een mensenhand” die iets op de gepleisterde muur schrijven, “tegenover de kandelaar”, dat wil zeggen in het volle licht, zodat allen het kunnen lezen.

De vinger waarmee God voor Zijn volk de twee tafelen van de wet heeft geschreven (Ex 31:18; Dt 9:10), schrijft nu het vonnis van Babel en Belsazar op de wand van het koninklijk paleis. Gods geschreven Woord is voldoende om de meest trotse en opstandige zondaars doodsangsten aan te jagen.

De koning ziet het gedeelte van de hand die schrijft, maar hij ziet niet van Wie de hand is, wat het tafereel nog schrikwekkender maakt. We kunnen zeggen dat wij in de schepping een deel van Gods hand zien. Om het met Job te zeggen, zien wij “[nog maar] de uiteinden van Zijn wegen; wat hebben wij [slechts] een fluisterend woord van Hem gehoord!” (Jb 26:14). De vinger van God is de vinger van macht.

We zien Zijn macht in de schepping als we naar de hemel kijken die door David wordt genoemd “het werk van Uw vingers” (Ps 8:4). We zien Gods macht ook in het oordeel als Mozes namens God de derde plaag over Egypte brengt. Hij slaat met zijn staf het stof van de aarde dat daardoor tot muggen wordt in het hele land Egypte. De magiërs zeggen daarvan tot de farao: “Dit is de vinger van God!” (Ex 8:19). “Door [de] vinger van God” drijft de Heer Jezus de demonen uit (Lk 11:20). Met de vinger van God wordt de Heilige Geest bedoeld, wat uit de parallelplaats in Mattheüs 12 blijkt (Mt 12:28).

Terecht is opgemerkt: Als dit allemaal kenmerken van Gods vinger zijn, wat zal er dan gebeuren als Hij Zijn hand en ook Zijn arm in beweging brengt? Zullen we dan niet nog meer onder de indruk komen van Zijn handelen? En als we al zo onder de indruk komen van een klein deel van Zijn Wezen, hoe groot moet Hij dan zijn in Zijn Persoon?

Reactie van Belsazar

Als de koning de vingers ziet, is het ogenblikkelijk gedaan met zijn roes. De joelende menigte, die misschien wel met veel hoerageroep aan het drinken is op de ondergang van Kores en zijn leger, is ineens met stomheid geslagen. De uitzinnige vrolijkheid verandert in uiterste ontzetting. De muziek houdt op met spelen, de danseressen staan bewegingloos, de kelners die met hun bladen vol drank heen en weer rennen tussen de bar en de diverse tafels, verzetten geen stap meer. Ze staren allemaal naar de wand.

Belsazar wordt doodsbang. Waarom eigenlijk? Hij kan niet eens lezen wat er staat, laat staan de betekenis ervan weten. Waarom ziet hij het bijvoorbeeld niet als een gunstig voorteken? Het komt omdat hij geen rustig geweten heeft. Dit is een gebeuren dat volkomen buiten zijn bereik ligt. Hij heeft te doen met een macht waarop hij geen enkele vat heeft. Zijn gezicht verschiet van kleur, wat wel betekent dat alle kleur eruit wegtrekt en het lijkbleek wordt.

Tegelijk verschrikken zijn gedachten hem. Hij wordt direct in zijn geweten aangesproken. Hij weet zich geplaatst tegenover een ver boven hem staande macht met Wie hij nooit rekening heeft willen houden, maar aan Wie hij verantwoording schuldig is. Verderop in dit hoofdstuk houdt Daniël hem voor dat hij een gewaarschuwd man is, maar die de waarschuwingen in de wind heeft geslagen (Dn 5:22).

Wat hij ziet, heeft ook een reactie op zijn lichaam. Niet alleen trekt de kleur uit zijn gezicht weg, ook alle kracht om te gaan en te staan is verdwenen. Al die snoevers die nu nog met een grote mond durven beweren dat ze God wel eens zullen zeggen wat ze ervan vinden als ze voor Hem staan, zal het zo vergaan.

Als hij enigszins is hersteld van de eerste schrik, heeft hij de controle over zijn stem weer terug. Hij roept al zijn demonendienaren bij zich. Hij roept met kracht, omdat de zaak haast heeft. Zij moeten hem vertellen wat er op de wand staat en wat het betekent. Hij stelt een rijke beloning in het vooruitzicht als ze hem de uitleg geven. Dat de uitlegger de derde in het koninkrijk zal zijn, betekent de derde na Nabonidus als koning en Belsazar als mederegent. Dat Belsazar deze hoge post als beloning in het vooruitzicht stelt, laat wel zien hoezeer hij erop gebrand is de uitleg te weten.

Maar het is net als met de twee dromen van Nebukadnezar (Dn 2:2-11; Dn 4:7): wat van God komt, kan niet door afgodendienaars worden uitgelegd. Al de wijzen weten niet wat het schrift betekent. Als zijn wijzen het antwoord niet weten, is dat oorzaak van nieuwe verschrikking en verschieten van kleur. Ook bij de machthebbers slaat de paniek toe. Hun grote aantal – ze zijn met duizend man – geeft hun geen enkele hoop op een overwinning. Voor de macht waar ze zich tegenover geplaatst zien, zijn getallen niets. Wat betekenen aantallen voor Hem door Wie “de volken worden beschouwd als een druppel aan een emmer, als een stofje op de weegschaal” (Js 40:15)?

Copyright information for DutKingComments