Deuteronomy 1:5

Opdracht het land binnen te gaan

Voordat de verovering van het land begint, “begon” Mozes Gods wet uit te leggen (vgl. Lk 4:21b). Hij legt het volk niet een kunstig bedacht krijgsplan voor. De enig zekere methode om het land in bezit te nemen en te houden is gehoorzaamheid aan Gods geboden. Dat geldt ook voor ons. Als wij de zegeningen willen leren kennen die ons deel in Christus zijn, gebeurt dat niet door ze in ons verstand op te nemen. We zullen ze alleen leren kennen als we ons leven in gehoorzaamheid onderwerpen aan Gods Woord.

Het begin van de reis ligt bij de Horeb. Daar heeft het volk ongeveer een jaar doorgebracht. Mozes haalt het bevel van God aan om de Horeb te verlaten en naar Kanaän te gaan. Hij vertelt er ook de reden bij: ze zijn er nu lang genoeg geweest om voorbereid te worden op de aanstaande reis. Als God iets lang genoeg vindt, is dat omdat Hij Zijn doel heeft bereikt. Hij laat de Zijnen dan optrekken naar een volgende ervaring met Hem. In Numeri 10 lezen we over de opdracht om op te breken: “Voor het eerst braken zij op, op bevel van de HEERE, door de dienst van Mozes” (Nm 10:13). Nu wordt erbij vermeld waarheen ze moeten gaan.

Voordat er in Dt 1:19 van daadwerkelijk opbreken wordt gesproken, herinnert Mozes aan twee gebeurtenissen bij de Horeb. De eerste is wat God gezegd heeft over het land. Hij stelt het voor in zijn uitgestrektheid. Nu wonen de vijanden er nog, maar Hij heeft het Zijn volk gegeven. Mozes sluit aan bij het zweren van God aan de aartsvaders Abraham, Izak en Jakob dat Hij hun en hun nageslacht het land zal geven (Gn 15:18-21; Gn 22:16-17; Gn 26:3-5; Gn 35:12). Het ‘land’ wordt in dit boek ca. honderdzestig keer genoemd. Nu staan ze vlak voor de vervulling van de belofte.

Het land is niet door hen uitgekozen, maar voor hen uitgekozen. God heeft dit land voor hen uitgekozen en Hij heeft hen uitgekozen om er te wonen. Gods hart is vol van het land. Als hun hart vervuld zou zijn met de liefde van God, zouden zij net zo vol zijn van Zijn land. Maar hun hart is vervuld van andere dingen. Dat is het tweede waarover Mozes spreekt, wat we tussen de regels door horen als hij het heeft over het aanstellen van leiders.

Copyright information for DutKingComments