Deuteronomy 10:6

Aäron sterft, Eleazar wordt priester

Na de nieuwe stenen tafelen ontmoeten we hier ook een nieuwe priester. In werkelijkheid heeft het op dit tijdstip van de tafelen nog achtendertig jaar geduurd voordat Aäron door Eleazar is vervangen, maar God noemt de vervanging hier al omdat Aäron de hogepriester voor de woestijnreis is geweest. Eleazar is de hogepriester van de intocht in het land. Mozes grijpt hier even vooruit op het einde van de reis. In Dt 10:8 gaat hij weer terug naar de zonde van het volk. Hier is geen chronologische volgorde, maar de gebeurtenissen worden gerangschikt naar hun innerlijke verbinding. Het ongeloof is daar blind voor.

God wil in ons het beeld van Zijn Zoon herkennen. Dat kan omdat de Zoon ons leven is geworden. Daardoor kunnen wij de Zoon tonen, want wat waar is in Hem, is ook waar in ons (1Jh 2:8). Dat kan ook niet anders. Hij is het nieuwe leven in ons en dat kan zich in ons onmogelijk anders openbaren dan in Hem. Het eeuwige leven is in ons, het leven van het Vaderhuis, dat is de zegen van het land. Eleazar is de hogepriester die te maken heeft met de veroveringen van het land. Hij is een beeld van de Heer Jezus in de opstanding. Jozua en Eleazar voeren het volk in het land.

Er hoort nog iets nieuws bij: een land van waterbeken, ‘de bronnen van de zonen van Jaäkan’, wat de betekenis is van “Beëroth-Bene-Jaäkan”. “Gudgod” betekent ‘bron met veel water’. Aan het einde van de woestijnreis hebben we ervaringen opgedaan met onszelf. Dat bepaalt ons bij de waarde en betekenis van het priesterschap. Er is ook de overvloedige verkwikking door het Woord van God, waarvan water vaak een beeld is. We leren in de woestijn te leven bij alle woord dat uit de mond van God uitgaat. Het Woord van God en het priesterschap van de Heer Jezus zijn de grote hulpmiddelen op onze reis door de woestijn (Hb 4:11-16).

De ervaring van de koperen slang is het gevolg van de slechtheid van hun vlees. Daardoor zijn ze verootmoedigd geworden. Het volk heeft daar, in beeld, geleerd dat zelfveroordeling nodig is om de zegeningen van het land te kunnen genieten. Het gaat om niets anders dan een totaal oordeel over de oude mens. Dat is alleen te leren bij het kruis. Daar wordt de deur geopend voor de zegen van het land, het eeuwige leven. Daarna gaan de waterbeken stromen. Een van de kenmerken van het land is dat er een overvloed aan water is. In de woestijn kunnen we al een voorproef krijgen van de geestelijke werkelijkheden waarvan we mogen genieten. Dat gebeurt door de Heilige Geest. De Heer Jezus spreekt daarover in het evangelie naar Johannes (Jh 4:13-14; Jh 7:37-39).

Copyright information for DutKingComments