Deuteronomy 16:15

Het Loofhuttenfeest

Het Loofhuttenfeest is de climax. Helaas lijkt het vieren ervan maar van tijdelijke aard geweest te zijn, in elk geval wordt het niet lang gevierd op de wijze die God heeft bedoeld. Pas in Nehemia 8 horen we er weer van (Ne 8:14-18). Dan wordt het gevierd door een zwak overblijfsel, zoals het sinds de dagen van Jozua niet gevierd is. Het zijn de feesten van de HEERE, daarom worden ze zo vlug vergeten.

Na vier maanden is de volledige oogst binnengehaald. Aan het einde van het jaar, alsof er geen maanden meer volgen, wordt er geoogst. In geestelijke zin wordt het gevierd als gelovigen geleerd hebben de hele oogst binnen te halen, wat er ook maar op het land is om binnen te halen. Daarom wordt het Loofhuttenfeest zo gemakkelijk vergeten. Er is geestelijke groei voor nodig om dat feest te vieren. Het gaat niet alleen om ingezameld voedsel, maar ook om voedsel dat kant-en-klaar is gemaakt voor consumptie.

Dorsvloer en perskuip stellen Gods uiteindelijke handelingen in oordeel voor (Op 14:14-20). De dorsvloer ziet op het oordeel waarbij het kaf gescheiden wordt van het koren; de perskuip ziet op het niets sparende oordeel van de oogst van de aarde, waarbij de oogst alle holle, menselijke godsdienst is. Hierna komt de volle tijd van zegen voor de aarde. Zegen komt nadat God het terrein ervoor heeft gezuiverd.

Niet iedere Israëliet heeft een even rijke oogst. Daarom moeten zij, die meer hebben ingezameld, delen met de armen. In de toepassing gaat het om broeders en zusters die uit Gods Woord hebben ingezameld, waarbij we zeker niet in de eerste plaats moeten denken aan hen die een openbare dienst hebben, zoals broeders die met het Woord dienen.

Als we zien dat een broeder of zuster geestelijk weinig heeft, moeten we daarover niet gaan klagen. Het is veel beter – en dat is ook Gods bedoeling – ze te zien als een gelegenheid om hen te laten delen in de verzamelde rijkdom. Dat kan in de huizen, in de onderlinge contacten en ook in de samenkomst van de gelovigen. De samenkomst is niet alleen voor rijke gelovigen, die om zo te zeggen een geweldige oogst hebben binnengehaald, maar voor rijk en arm.

Het gevolg is dat zij ‘werkelijk’ of ‘volkomen’ blij kunnen zijn (Dt 16:15). Dat doet denken aan wat Johannes in zijn eerste brief schrijft: “Deze dingen schrijven wij , opdat onze blijdschap volkomen is” (1Jh 1:4). De apostel Johannes is zo'n rijke broeder. Hij spreekt over het eeuwige leven als de vrucht van het land. Johannes heeft dat geoogst en deelt daarvan in zijn brieven uit, hij zoekt daarin gemeenschap met anderen, armere gelovigen, en dat geeft die volkomen blijdschap.

Niemand van ons heeft alles persoonlijk ingezameld. Wij hebben veel mogen ontvangen van rijkere broeders. Paulus is ook zo'n schatrijke broeder. Hij verlangt ernaar om aan de Filippenzen, die niet zo rijk zijn als hij, uit te delen (Fp 1:25). Zo wil hij ook met een volheid van zegen bij de gelovigen in Rome komen, om aan hen uit die volheid mee te delen en dat zal ook blijdschap geven (Rm 15:29).

Copyright information for DutKingComments