Deuteronomy 24:8

De ziekte van de melaatsheid

Melaatsheid is een beeld van de zonde met als kenmerk besmettelijkheid en als resultaat de dood. Het voorschrift met het oog op de plaag van de melaatsheid lijkt zich te richten op het voorkómen van de plaag. De gedachte lijkt te zijn: Wees op je hoede voor de plaag van de melaatsheid, pas ervoor op dat die je niet treft door in opstand te komen tegen wat de priesters leren naar het bevel van de HEERE. Het gaat om onderricht door de Levitische priester, niet zozeer om onderzoek naar de plaag door de priester. Het belang van dit onderwijs wordt onderstreept door tweemaal in Dt 24:8 te spreken over “nauwlettend handelen”.

Hier wordt in dit boek bij wijze van uitzondering weer iets van de priester vermeld. Een priester kent de heiligheid van God en geeft daarover onderwijs. Het doel ervan is dat het vlees zich niet zal openbaren. Om dit voorschrift kracht bij te zetten verwijst Mozes naar wat er met Mirjam is gebeurd.

Mirjam is een concreet voorbeeld (Nm 12:2-10). Bij haar is er een uitbarsting van de zonde geweest. Het betreft geen zedelijk kwaad, maar partijschap. Ze heeft het leiderschap van Mozes uit jaloersheid betwist. Het gevolg is geweest dat het volk zeven dagen lang niet verder is getrokken (Nm 12:14-15). De zonde van heerszucht remt elke geestelijke vooruitgang.

Dit voorschrift om op de hoede te zijn voor de ziekte van de melaatsheid sluit aan op het voorgaande vers. In dat vers wordt heerszucht over anderen aan de kaak wordt gesteld. Het voorschrift hier wijst op de gevolgen ervan: heerszucht veroorzaakt de ziekte van de melaatsheid.

Copyright information for DutKingComments