Deuteronomy 4:27-31

Gevolgen van afgoderij

Mozes wijst op de gevolgen voor kinderen en kleinkinderen indien het volk toch tot afgoderij vervalt. Dan volgt een opmerkelijk gedeelte, waarin Mozes als een profeet aankondigt dat het volk zal falen door toch afgoderij te gaan plegen. Het gevolg is dat ze het land zullen verliezen. Ze zullen erin omkomen of eruit worden weggevoerd. Ze willen de goden van andere volken dienen? Dan zullen ze komen in de landen van de afgoden die zij hun eigen land hebben binnengehaald (Ri 10:14).

In de christenheid is het ook zo gegaan. Door het invoeren van afgoderij, het zich verbinden met de wereld en het invoeren van wereldse elementen in de eredienst, is het zicht op de hemelse zegeningen verloren gegaan. Waar “het maaksel van mensenhanden” de leiding van Gods Geest in de gemeente overneemt, doet de dood zijn intrede.

Aan dingen waarin geen leven is, dingen “die niet zien, niet horen, niet eten of niet ruiken kunnen”, wordt een plaats gegeven in de dienst aan God. Theologische bolwerken hebben het heft in handen genomen. Er wordt gevraagd naar papieren en niet naar leven. Als diploma’s de grondslag worden die toegang verlenen tot een dienst aan God, raken de zegeningen in Christus, die het deel zijn van ieder die opnieuw geboren is, in het vergeetboek.

Bekering brengt de beloofde zegen

Als het gemis aan de geestelijke, hemelse zegeningen wordt gevoeld, is de weg naar het herstel van het genot van de zegen ingeslagen (Lk 15:17). Bij bekering van dit ‘maaksel van mensenhanden’, in welke vorm het ook maar toegang heeft gekregen in de gemeente, kan de beloofde zegen alsnog of weer worden genoten.

Gods genade brengt tot herstel. Dat geldt voor Israël straks, in de toekomst. Onverdiend werkt God in hun harten tot bekering. Het geldt ook voor de laatste fase van de christenheid waarin wij ons bevinden. God wil ook nu in harten van christenen werken dat zij terugkeren naar de zegeningen van het land. Dat wil zeggen dat zij weer oog krijgen voor de hemelse plaats en roeping van de gemeente. Die waarheid is in de christenheid grotendeels verloren gegaan door de betrokkenheid in en zelfs verwevenheid van de gemeente met de aardse dingen en die als haar eigenlijke roeping te beschouwen en te presenteren.

De waarheid van de brief aan de Romeinen is de rechtvaardiging op grond van geloof. In de geschiedenis van de christenheid is die waarheid opnieuw ontdekt, van onder het stof tevoorschijn gekomen, in de Reformatie. In ons persoonlijk leven kan het nodig zijn die waarheid opnieuw te ontdekken als in ons leven als christen werken weer de basis worden waardoor we menen door God aangenomen te worden. Met de invloed van het rooms-katholicisme is dit voorwaar een zaak om aandacht aan te schenken.

De waarheid van de brief aan de Efeziërs en de inhoud van de brieven van Johannes gaan verder dan wat ons in de brief aan de Romeinen wordt geleerd over de rechtvaardiging. In die brieven ontvouwt God aan Zijn kinderen waarheden die te maken hebben met de hemel, met het eeuwige leven, met Christus in de hemel Die het eeuwige leven is. Dat maakt geen zweverige christenen, maar christenen die weten waar en hoe ze het echte leven mogen leven, terwijl ze daar in hun aardse betrekkingen getuigenis van afleggen.

De weg naar die zegen wordt geopend door een barmhartig God Die ons oproept naar Hem te luisteren. Op Zijn trouw mogen we rekenen en een beroep doen.

Copyright information for DutKingComments