Deuteronomy 5:16

Het vijfde gebod

Vanaf dit vers begint de tweede tafel van de wet met daarop zes geboden voor de verhouding tot de naaste. Als die relatie niet in orde is, kan de gelovige ook de zegeningen van het land niet genieten. Op de eerste tafel van de wet wordt de verhouding tot God geregeld. We hebben daarin Zijn liefde voor ons en ons antwoord aan Hem. “Wij hebben lief, omdat Hij ons eerst heeft liefgehad” (1Jh 4:19). Onze liefde betreft niet alleen God, maar ook de broeder. De broeder liefhebben is ook een gebod.

De verhouding tot de naaste begint met het eren van vader en moeder, de eerste relatie die tot de naaste ontstaat. Het eren van vader en moeder heeft een doel. Het gaat om het genieten van de zegeningen van het land. God heeft het gezin ingesteld als een beeld van de familie van God, waarin de verhouding tussen ouders en kinderen de verhouding behoort weer te geven die er is tussen God de Vader en Zijn kinderen.

In geestelijke zin betekent het dat de gelovigen hen, die vaders en moeders in Christus zijn, zullen eren in de gemeente (Hb 13:17; 1Th 2:7; 11). Dit zien we op soortgelijke wijze als jongeren onderdanig zijn aan ouderen (1Pt 5:5). Als deze verhoudingen worden gerespecteerd, zal zegen het resultaat zijn.

Het erkennen van de gezagsverhoudingen die God in het gezin en in de gemeente heeft gegeven, doet de zegen van het land genieten (Ef 6:1-3). Wie zich van dat gezag niets aantrekt, zal de zegen van het land verspelen, het genot zal verdwijnen.

Copyright information for DutKingComments