Ecclesiastes 5:19

Nederlandse verzen (17-19)

Het goede genieten is een gave van God

Na de schets van de bitterheid van het leven is het voor de Prediker de juiste tijd om te herinneren aan de remedie (Pr 5:17). In de voorgaande verzen is God niet genoemd. Hij wijst nu op een aspect van het leven dat niet vergeten mag worden, een aspect dat hij inleidt met de oproep “zie”. Er is namelijk een ander leven, even uiterlijk, werkelijk en waarneembaar. De Prediker heeft “gezien” dat het mogelijk is om te midden van de arbeid, niet bij de afwezigheid ervan, “te genieten”. Dat is een voorziening van God in het korte leven. “Eten” en “drinken” zijn een uiting van gemeenschap, vreugde, voldoening (1Kn 4:20). Dit is het deel van de wijze.

Algemeen misbruik van rijkdom sluit een juist gebruik ervan niet uit. Als God het geeft, mogen we het genieten (Pr 5:18). Zowel de middelen van eten en drinken als de mogelijkheid ervan te genieten komen als een gave van God. Genieten van eten en drinken als resultaat van hard werken kan in het besef dat Hij in Zijn macht erover het aan een mens geeft die het mag doen in Zijn kracht. Dat het een gave van God is, houdt in dat de mens het niet in zijn eigen macht heeft om ervan te genieten. Dat is in het vorige gedeelte duidelijk aangetoond.

Wanneer God het geeft, mag je het beste ervan maken onder de zon en intens genieten van de dingen op aarde. Tegelijk is het zo, dat die dingen in zichzelf geen enkele betekenis hebben omdat ze zo vluchtig zijn als de wind. Ook is er geen enkel voordeel in aanwezig met betrekking tot de eeuwigheid. Er blijft niets van over wat je zou kunnen opsparen om daarvan na je dood iets te kunnen nemen. Rijkdom geeft zorg en rusteloosheid en angst voor het verlies ervan. In dat licht gezien is het advies van de Prediker: Pot de rijkdom niet op, maar geniet ervan. Je weet niet hoelang je de beschikking erover hebt omdat het vluchtig is. Je weet ook niet hoelang je ervan kunt genieten omdat je leven ineens afgelopen kan zijn.

Wie de gave van God te beurt valt om eten en drinken te genieten, maakt zich niet druk om zijn levensdagen (Pr 5:19). De gedachte is niet dat het leven zo rustig zal zijn dat er niets gedenkwaardigs gebeurt, maar dat het leven zo bezet zal zijn met vreugde dat de ijdelheid van het leven welhaast vergeten wordt. Wie genoeg heeft, houdt zich niet bezig met de vraag of er wel voordeel in rijkdom zit. Het wordt niet helemaal vergeten, maar het voert niet de boventoon. De gedachte aan de kortheid blijft aanwezig, maar het zal geen slapeloze nachten veroorzaken.

Copyright information for DutKingComments