Ephesians 1:22-23

De gemeente, Christus’ lichaam

Ef 1:21. God heeft de Heer Jezus een plaats gegeven die alles te boven gaat. Die plaats heeft Hij als Mens gekregen. Als Schepper was Hij altijd al boven alles verheven, maar nu is Hij als Mens boven elke denkbare macht verheven, in de mensenwereld en ook in de wereld van engelen en demonen. En niet alleen nu, maar ook in de toekomst.

In de toekomst zullen zich machten openbaren die elke vroegere macht in de schaduw stellen. Je vindt ze onder andere in het boek Openbaring. Daar worden ‘het beest uit de zee’ en ‘het beest uit de aarde’ beschreven (Op 13:1-18). Zij zullen met een bijna onbegrensde macht een afschuwelijk schrikbewind voeren tijdens een periode die door de Heer Jezus wordt genoemd “een grote verdrukking zoals er niet geweest is van het begin van de wereld af tot nu toe en er ook geenszins meer zal komen”. Maar Hij zal ervoor zorgen dat de dagen van het schrikbewind van de beide beesten verkort zullen worden (Mt 24:21-22). Zo groot is de macht van onze Heiland!

Niet alleen dan toont Hij een macht die elke vergelijking tart. Wij weten dat Hem nu al “alle macht in hemel en op aarde” is gegeven (Mt 28:18), hoewel die macht nu nog niet openlijk zichtbaar is. Het lijkt erop dat alle beslissingen die betrekking hebben op het leven in deze wereld in Brussel of Moskou worden genomen. Maar het geloof kijkt naar boven, ver voorbij de machtigste mensen op aarde, en ziet de Heer Jezus aan de rechterhand van God.

En wat te denken van de verleidende demonen, vol onreinheid, die het denken van miljarden mensen via tv, internet en spirituele centra vergiftigen. Maar het geloof kijkt naar boven, voorbij de gemeenste en invloedrijkste demonische machten en ziet de Heer Jezus aan de rechterhand van God. In Hebreeën 2 staat het zo: “Nu zien wij nog niet alles aan Hem onderworpen; maar wij zien Jezus, Die een weinig minder dan de engelen gemaakt was vanwege het lijden van de dood met heerlijkheid en eer gekroond” (Hb 2:8-9). Bij Hem valt alle menselijke en duivelse macht in het niet!

Het onderscheid tussen de verschillende namen van de machten waarboven de Heer Jezus is verheven, is niet zo gemakkelijk aan te geven. Ik heb in een woordenboek gekeken, waar nieuwtestamentische woorden worden verklaard. Aan de hand daarvan zal ik een poging wagen.

1. “Overheid” ziet op een plaats boven en over anderen.

2. “Gezag” is de vrijheid en het recht om macht uit te oefenen.

3. “Kracht” is de bekwaamheid en de mogelijkheid die iemand bezit om iets tot stand te brengen.

4. “Heerschappij” ziet ook op een plaats boven anderen, maar daarbij zijn anderen onderworpen, terwijl het bij ‘overheid’ meer om de positie zelf gaat.

Boven al deze vormen van macht is de Heer Jezus verheven.

Ef 1:22. Behalve dat Hij boven alles is verheven, is ook alles aan Zijn voeten onderworpen. Hoewel alle ongelovige mensen en alle demonen zich nog niet onderworpen hebben, heeft God dat wel in Zijn raadsbesluit vastgelegd. En het zal zeker gebeuren, want God wil het. De Heer Jezus is nu al boven alles verheven en binnenkort zal ook alles zichtbaar aan Hem onderworpen zijn omdat Hij Zichzelf op het kruis heeft vernederd tot in de dood: “Daarom heeft God Hem ook uitermate verhoogd en Hem de Naam geschonken die boven alle naam is, opdat in de Naam van Jezus elke knie zich buigt van hen die in de hemel en die op de aarde en die onder de aarde zijn, en elke tong belijdt dat Jezus Christus Heer is, tot heerlijkheid van God [de] Vader” (Fp 2:9-11). Alles zal aan Hem onderworpen zijn.

Toch zijn er twee uitzonderingen. De eerste vinden we in 1 Korinthiërs 15 (1Ko 15:27). Daar lezen we dat God, Die alles aan de Heer Jezus onderworpen heeft, wordt uitgezonderd. Dat is nogal logisch. Dan komt, wat bijna niet te geloven is, wat geen mens ooit had kunnen bedenken, de tweede uitzondering: de gemeente. Hoe kon God dit doen? Hij kon dit doen door de Heer Jezus en de gemeente tot een eenheid te verenigen. God heeft de Heer Jezus “als Hoofd over alles gegeven aan de gemeente, die Zijn lichaam is”. Het is duidelijk dat een lichaam en een hoofd een ondeelbare eenheid vormen. Hier vinden we de ontvouwing van het grote geheim dat in Ef 1:10 al is aangeduid. Hoe kan de gemeente samen met Christus regeren? Door een met Hem te worden.

En dan de manier waarop God het doet: Hij geeft niet de gemeente aan Christus, maar Hij geeft Christus als een geschenk aan de gemeente. Zo staat het hier. Als wij een geschenk aan iemand geven is de persoon altijd meer waard dan het geschenk. Dat kan hier de gedachte natuurlijk niet zijn, maar het geeft wel aan hóe God de gemeente waardeert.

Hij vindt de gemeente zó belangrijk, dat Hij haar niet alleen vanaf alle eeuwigheid in Zijn raadsbesluit heeft gekend, maar ook dat Hij het liefste wat Hij heeft, Zijn eigen Zoon, aan haar heeft gegeven. God geeft de Heer Jezus aan de gemeente terwijl Hij “Hoofd over alles” is. Daardoor is de gemeente ook tot die positie opgetrokken. Het is ermee als met Adam en Eva. Wanneer Adam door God als hoofd van de schepping in het paradijs is geplaatst, krijgt hij in die positie Eva. Zij mag samen met hem de schepping besturen.

Ef 1:23. En nog is niet alles gezegd over alle heerlijkheid waarin de gemeente deelt door haar eenheid met de Heer Jezus als Mens. De slotwoorden van Efeziërs 1 voegen nog iets toe wat ons verstand helemaal te boven gaat. Het is iets dat alleen met ‘verlichte ogen van het hart’ (Ef 1:18) gezien en bewonderd kan worden. Van de gemeente als lichaam wordt nog gezegd dat zij “de volheid” is “van Hem Die alles in allen vervult”. Hier staat dat de gemeente ‘de volheid’ van de Heer Jezus is, dat wil zeggen dat zij Hem compleet maakt, Hem aanvult tot de volkomen Mens Jezus Christus. Als de Mens Jezus Christus eenmaal over alle dingen zal regeren, zal dat, met eerbied gezegd, een complete Mens zijn: Man en vrouw.

Dit herkennen we ook bij Adam. Wanneer hij uit zijn doodsslaap ontwaakt en Eva ziet, zegt hij: “Deze is ditmaal been van mijn beenderen en vlees van mijn vlees” (Gn 2:21-23). Het gegeven dat een groep mensen het lichaam van Christus zou vormen, is nergens in het Oude Testament te vinden. Dat kon pas nadat de Heer Jezus in de hemel was teruggekeerd en de Heilige Geest kon komen om de gelovigen tot dat lichaam te vormen (1Ko 12:13). De gemeente wordt hier gezien als het totaal van alle gelovigen vanaf de Pinksterdag tot haar opname.

En dan nog de woorden “Die alles in allen vervult”. Hier staan we voor een geheim dat wij nooit zullen kunnen doorgronden: Hij, Die als Mens compleet wordt gemaakt door de gemeente, is in Zichzelf ook volkomen! Met die volkomenheid vervult Hij het hele universum. Hij is altijd en overal aanwezig (Jr 23:24). Nooit mogen we vergeten dat Hij met Wie wij als Mens verenigd zijn, toch altijd blijft: de eeuwige Zoon van God.

Lees nog eens Efeziërs 1:21-23.

Verwerking: Welke aspecten van de grootheid van de Heer Jezus heb je in deze verzen ontdekt? Prijs Hem daarvoor.

Copyright information for DutKingComments