Ephesians 4:14

Opgroeien tot het Hoofd

Ef 4:14. In de voorgaande verzen heb je gezien dat de Heer Jezus gaven aan de gemeente gegeven heeft met een bepaald doel, namelijk om te komen tot de volheid van Christus. Dat doel zal pas volmaakt bereikt zijn, wanneer we bij de Heer Jezus in de hemel zijn.

Maar ook hier-en-nu op aarde wordt al een doel bereikt als de gaven bij jou en mij hun taken kunnen uitoefenen. Dat doel is dat we stevig in onze schoenen komen te staan en niet direct onderuitgaan als de vijand ons aanvalt. Als jij en ik als leden van Christus vervuld zijn met de volheid van Christus, zullen de leringen van de vijand geen kans krijgen ons te laten wankelen. De vijand zal alles proberen om de leden ervan te weerhouden samen ‘een volwassen man’ te worden, vol van ‘de kennis van de Zoon van God’ (Ef 4:13).

Een van zijn beproefde middelen is het zaaien van verdeeldheid onder de leden. Hij begint met wiggen te drijven in de eenheid. Het onderwerp van de verdeeldheid maakt hem niet uit. Of het onenigheid is over de meest alledaagse dingen, of een dwaling over de Persoon of het werk van Christus, als de leden maar slaags met elkaar raken. Het gevolg is dat het beeld van de volheid van Christus niet meer wordt gezien.

Als de leden een eenheid vormen, als ze bij elkaar zijn en elkaar steunen, zijn ze sterk. Als ze los van elkaar komen te staan, zijn ze zwak. Dan is de gemeente geen getuigenis meer van de eenheid van het geloof. En als ze tegenover elkaar komen te staan, is satans succes helemaal compleet. Omdat ze niet stevig geworteld zijn in de leer van de Schrift, zwabberen ze al snel heen en weer als er mensen komen die hun eigen ‘waarheid’ prediken. En als die lieden dat goed weten te brengen, palmen ze hele massa’s in. Via tv en internet ‘stelen’ ze letterlijk de show, want ze eisen alle aandacht – en vaak ook geld – op ten koste van de Heer Jezus.

De vijand boekt zijn grootste successen in die gemeenten waar gelovigen baby’s of “onmondigen” blijven. Die gelovigen groeien niet in de waarheid, ze blijven onvolgroeid, onvolwassen. Ze weten niets van de eenheid van de gemeente en, wat kwalijker is, ze zijn daar ook niet in geïnteresseerd. Daardoor hebben ze geen enkele vastigheid en zijn ze een gemakkelijke prooi voor sluwe mensen die hen met hun bedriegerij zomaar op het verkeerde been zetten. Door hun listen doen ze onstandvastige leden dwalen. Vaak blijven deze gelovigen afhankelijk van een bepaald type leider.

Iedere gave, iedere ware dienaar, voedt een kind in het geloof zo op, dat het niet afhankelijk blijft van hem. De echte dienaar wordt blij als hij ziet dat baby’s in het geloof door zijn onderwijs steeds meer naar de Heer toegroeien en steeds zelfstandiger worden.

Ef 4:15. In zijn onderwijs zal hij gebruikmaken van waarheid en liefde. Dat zijn de juiste middelen waardoor wij opgroeien tot Christus. Dit vers begint met het woord “maar”, een woord aangeeft dat er een tegenstelling met het voorgaande volgt. Waarheid staat tegenover bedriegerij en dwaling, en liefde staat tegenover sluwheid. Zowel waarheid als liefde is nodig om gezond te kunnen groeien. Waarheid zonder liefde is kil en leidt tot fanatisme. Liefde zonder waarheid is week en leidt tot vleselijke tolerantie.

“De waarheid vasthouden” wil zeggen dat je als lid van het lichaam waarachtig bent in heel je optreden. Je leeft vanuit de waarheid en je leeft de waarheid uit. Je doet dat in een geest van liefde. De liefde is als het ware de geur van een goede parfum die om je heen hangt.

Dit was volmaakt te zien bij Christus. Alles wat Hij zei en deed, was waarachtig en ingebed in liefde. Een gevolg hiervan is dat wat níet in de gezindheid van Christus wordt gezegd, niet echt waar is. Het komt dan voort uit het vlees. Iemand ‘met de waarheid om de oren slaan’ is niet ‘de waarheid vasthouden in liefde’. Ik moet met schaamte bekennen dat ik dingen heb gezegd die op zich wel waar waren, maar waaromheen geen geur van liefde hing. Ik vrees dat ik niet de enige ben. Waarheid is alleen dat wat ook in liefde wordt vastgehouden.

Het omgekeerde is ook waar. Alleen dat is ware liefde die in overeenstemming is met de waarheid. Als je alleen maar lief doet en nooit iets zegt van dingen die verkeerd zijn, ben je niet waarachtig in de liefde. Dan is liefde huichelarij, net doen alsof. Echte liefde zal de ander wijzen op het verkeerde, want dat verkeerde berokkent schade. Als je daar iemand op wijst, bewijs je dat je iemand liefhebt, want daardoor kun je schade voorkomen of beperken.

Wat individueel geldt, geldt ook voor de gemeente als geheel en daar gaat het hier in de eerste plaats om. Een gezelschap dat de waarheid vasthoudt in liefde, is niet snel heen en weer te bewegen door allerlei wind van leer. Dat is een gezelschap mensen waarin iedere gelovige zijn eigen vaste en onverbrekelijke verbinding heeft met Christus, het Hoofd van het lichaam. Samen groeien zij tot Hem op in alles. Alle aspecten van hun gemeenschappelijke leven worden steeds meer doortrokken van de kenmerken van het Hoofd. Zoals gezegd, zijn waarheid en liefde de kenmerken van Christus. Als deze kenmerken bij Zijn leden worden gevonden, heeft dat tot gevolg dat zij op Hem gaan lijken en tot Hem opgroeien.

Ef 4:16. Op zijn beurt is dat opgroeien tot Hem weer het gevolg van de verbinding met het Hoofd. Uit Christus – als het Hoofd van het lichaam – komt alles voort wat het lichaam nodig heeft om te groeien. Het gaat om de groei van het hele lichaam. Dat hele lichaam bestaat uit allemaal delen die door gewrichten aan elkaar verbonden zijn. Voor de groei van het hele lichaam is het nodig dat elk lid groeit. Er mag geen lid zijn dat zijn eigen gang gaat, dat los van het Hoofd voor zichzelf zorgt. Zo’n houding zou de groei van het geheel belemmeren en leiden tot scheefgroei.

Het is Gods bedoeling dat elk van de leden groeit door de verbinding met het Hoofd. Hierdoor zal elk lid ook zo kunnen werken als past bij de plaats die het in het lichaam heeft. Het ‘samenspel’ tussen de leden onderling zal harmonieus verlopen. De gewrichten, de onzichtbare samenbinders van de leden, zullen hun werk niet piepend en knarsend verrichten.

God heeft de maat van elk deel bepaald. Geen lid hoeft meer te doen, maar mag ook niet minder doen, dan past bij de werking ervan. Een hand hoeft alleen het werk van de hand te doen. Hij moet niet het werk van de voet willen overnemen of dat erbij gaan doen, want dan wordt de harmonie van het lichaam verstoord. Dan is niet meer het hele lichaam zichtbaar, maar slechts een paar functies die ook nog eens slecht ‘presteren’. Dit is tot oneer van het Hoofd, Die Zichzelf graag in Zijn hele lichaam weerspiegeld ziet.

Als de leden elkaar dienen en blij maken, is dat het gevolg van Christus’ werk in hen. Hij dient en maakt blij. Als het werk van Christus op deze wijze in de leden gestalte kan krijgen, zullen ze samen Christus op aarde vertonen. Als het lichaam zó functioneert vanuit het Hoofd, bouwt het lichaam zichzelf op. Door de dienst die de leden aan elkaar vervullen, zullen zij naar Hem, het Hoofd, toegroeien.

Dit rijke vers besluit met de woorden “in liefde”. Liefde is, net als voor het vasthouden van de waarheid, het enig geschikte ‘klimaat’ waarin de groei optimaal wordt gerealiseerd.

Lees nog eens Efeziërs 4:14-16.

Verwerking: Waar ligt voor jou de kern van deze verzen?

Copyright information for DutKingComments