Ephesians 5:24

Vrouwen en mannen

Ef 5:22. Ef 5:21 is een verbindingsvers. Dit vers sluit het voorgaande gedeelte af met de oproep elkaar onderdanig te zijn. Dat betreft dan de algemene verhoudingen in de gemeente. Onderdanigheid aan elkaar is een prachtig kenmerk van de nieuwe mens. Tegelijk is dit vers ook een inleiding op het gedeelte dat volgt. Vanaf Efeziërs 5:22 tot en met Efeziërs 6:9 krijg je namelijk te maken met verschillende aardse verhoudingen, waarin onderdanigheid een belangrijke rol speelt. Je kunt het zien als de praktische uitwerking van Ef 5:21.

Aan de orde komen de verhoudingen tussen:

1. vrouw en man in het huwelijk (Ef 5:22-33),

2. kinderen en ouders in het gezin (Ef 6:1-4) en

3. slaven en meesters in de maatschappij (Ef 6:5-9).

Het valt op dat in elke verhouding eerst de partij wordt aangesproken die door God in een onderdanige positie ten opzichte van de andere partij is gesteld. Dat toont Gods bijzondere belangstelling voor hen die door Hem in deze positie zijn geplaatst. Vooral zij krijgen de kans in die positie de kenmerken van de Heer Jezus te vertonen. Was Hij niet de volmaakt Onderdanige in Zijn leven op aarde? Je zult ook zien dat ieder wordt aangesproken op het terrein waarin hij of zij zwak is.

Onderdanig zijn is niet ‘in’. In de wereld om ons heen wordt de vrouw verteld dat ze gelijk is aan de man. Ze moet zichzelf bewijzen, haar mogelijkheden ontplooien en opkomen voor haar rechten. Daarbij gaat men volledig voorbij aan het feit dat ze pas echt gelukkig is en haar mogelijkheden het best kan ontplooien, als zij voor haar man ‘vrouw’ wil zijn.

Het is voor de christenvrouw niet eenvoudig om vrij te blijven van de invloed van dit denken. Dat kan alleen als zij zichzelf steeds de blauwdruk van Gods Woord voorhoudt. Ze mag daarbij bedenken dat zij haar man onderdanig mag zijn “als aan de Heer”. Achter haar man mag zij de Heer zien. Een vrouw zal niet dan pas aan haar man onderdanig zijn als hij aan haar wensen beantwoordt, als zij in hem een man ziet met wie ze ‘voor de dag kan komen’. Ze zal hem onderdanig zijn omdat hij haar man is.

Deze vermaning van Paulus aan het adres van de vrouwen wordt, ook binnen de christenheid, van zijn kracht beroofd en zelfs weggeredeneerd. Daarom is het belangrijk jou eraan te herinneren dat Gods Woord ook hierin niets van zijn kracht en betekenis heeft verloren. De vrouw die ondanks alle tegenstand hiernaar luistert, zal de zegen ervan ondervinden.

Ef 5:23. Zoals zo vaak geeft God ook hiervoor een verklaring. Hij heeft dit zo geregeld omdat Hij in de verhouding tussen de man en zijn vrouw een afbeelding geeft van Christus en de gemeente. Je begrijpt nu ook waarom de satan er alles aan doet om deze orde van God in het huwelijk te ontwrichten. De satan haat alles wat aan God en Christus doet denken.

Overal waar de man als hoofd van zijn vrouw functioneert en de vrouw hem onderdanig is, is dat een levend getuigenis van de verhouding tussen Christus en de gemeente. Het is het voorrecht van de christen daaraan in zijn huwelijk gestalte te geven. Dat de man het hoofd is, betekent dat hij leiding geeft en dat dit gebeurt in liefde. Die positie geeft God aan Christus ten opzichte van de gemeente.

Aan die positie wordt nog iets toegevoegd en wel dat Christus “de Behouder van het lichaam” is. ‘Behouder’ is hetzelfde woord als ‘Heiland’. Van het Hoofd, Christus, hangt de behoudenis, de bewaring en verzorging van het lichaam, de gemeente, af. Het is in strijd met Gods bedoeling wanneer een vrouw, om haar zelfstandigheid in de maatschappij te bewijzen, haar eigen inkomen verdient en los van haar ‘behouder’ voor zichzelf zorgt.

Ik heb het niet over het geval dat een gelovige vrouw bijvoorbeeld uit armoede moet gaan werken. Zij verdient ons respect. Maar als gaat het om het verkrijgen van luxe en zelf te kunnen beslissen, is het motief verkeerd. Eigen geld en eigen tijd leiden tot een eigen leven. De eenheid, zoals die ook door het huwelijk wordt voorgesteld, is in die gevallen ver te zoeken, zo niet helemaal verdwenen.

Ef 5:24. Vrouwen zijn een afbeelding van de gemeente. De gemeente is aan Christus onderdanig. Omdat Christus volmaakt is in Zijn verhouding tot Zijn vrouw, de gemeente, zou het voor de gemeente niet moeilijk moeten zijn aan Hem onderdanig te zijn. Mannen, die een afbeelding zijn van Christus, zijn niet volmaakt. Dat maakt het voor vrouwen soms moeilijk om hun mannen echt onderdanig te zijn. Toch is niet de praktijk van de mannen de norm voor onderdanigheid. Die norm is: de gemeente ten opzichte van Christus, zoals die verhouding door God wordt gezien. Daarin is geen ruimte voor ‘ja, maar’. Daarin kan gezegd worden dat vrouwen aan hun mannen onderdanig zijn “in alles”.

Onderdanigheid is een houding, een gezindheid. Ook als mannen het hun vrouwen moeilijk maken, welhaast onmogelijk, dan blijft dit staan: “Zo ook de vrouwen aan hun mannen in alles.” Dat wil niet zeggen dat zij zich moeten laten dwingen tot het doen van dingen die tegen de Schrift ingaan. Dán moeten ze ‘nee’ zeggen. Maar ook in het ‘nee’ zeggen zullen ze hun houding van onderdanigheid niet opgeven.

Ef 5:25. Na zich in drie verzen tot de vrouwen te hebben gericht richt Paulus zich in de volgende negen verzen tot de mannen. De norm voor hun verhouding tot hun vrouwen en hun liefde voor hen is Christus en Zijn liefde voor de gemeente. De mannen komen er dan ook niet gemakkelijker af dan de vrouwen. Integendeel, hun voorbeeld is veel hoger. De liefde van de Heer Jezus en van God is een gevende liefde. Om een juiste indruk van die liefde te krijgen zijn we absoluut afhankelijk van de Schrift en de Geest. Anders zullen we die Goddelijke liefde al gauw verwarren of vermengen met onze gevoelens en ideeën van liefde.

De liefde van de Heer Jezus voor Zijn gemeente kun je zien in het voorbeeld van een koopman die mooie parels zocht (Mt 13:45-46). Die koopman verkoopt alles wat hij heeft vanwege de waarde van die ene parel. Dat vinden we ook bij de Heer Jezus: Hij verkocht alles wat Hij bezat. Toch geeft dat nog niet de hele waarde weer van de liefde van de Heer Jezus voor Zijn gemeente. Zelfs in het overgeven van Zijn leven, wat verder gaat dan wat Hij bezat, is nog niet ten volle die volkomen liefde te zien waarover het hier gaat. Het gaat nog verder. Hier staat dat Hij “Zichzelf” voor de gemeente heeft gegeven. Hij ging in de dood en door de dood heen. Hij stond op en ging naar de hemel.

Dat alles heeft Hij gedaan in Zijn volkomen toewijding aan Zijn bruid. Zo wordt het hier voorgesteld en dat is het voorbeeld dat de mannen wordt voorgehouden. Dan is de man in elk onderdeel van zijn bestaan vol liefde toegewijd aan de vrouw met wie hij verbonden is.

Het gaat hier niet om de liefde van Christus voor zondaars. In zondaars is niets aantrekkelijks voor Hem, terwijl hier Zijn liefde juist wordt opgewekt door de aantrekkelijkheid van de gemeente. Van eeuwigheid af heeft Hij de gemeente liefgehad omdat Hij haar zag naar de plannen van God. Hij ziet haar nog steeds op die manier. Daarom heeft Hij Zichzelf niet alleen op het kruis overgegeven, maar geeft Hij Zichzelf nog steeds over, ook nu Hij in de hemel is. Hij zet Zich voor haar in met een niet aflatende overgave.

Zijn overgave is begonnen toen Hij op aarde kwam en ging verder toen Hij naar het kruis ging. Die overgave gaat nog steeds door, tot het ogenblik dat Hij ons in de hemel voor Zich zal stellen. Zijn liefde bestaat hierin dat Hij alles wat Hij is, ons ter beschikking stelt. Zo behoort de liefde van de man voor zijn vrouw niet beperkt te zijn tot de tijd dat hij er gelegenheid voor heeft. Ze behoort er, naar het voorbeeld van de Heer Jezus, altijd te zijn. Dat is de norm.

Lees nog eens Efeziërs 5:22-25.

Verwerking: Wat wordt van vrouwen en mannen in hun huwelijk gevraagd? Waarom?

Copyright information for DutKingComments