Esther 2:1

Voorstel voor een nieuwe koningin

Es 2:1 sluit aan bij het vorige gedeelte, zonder rekening te houden met de verstreken tijd. Er wordt terugverwezen naar de woede van koning Ahasveros (Es 1:12) waarvan nu wordt gezegd dat die bedaard is. Dan wordt ons verteld wat er in zijn gedachten omgaat. In zijn gedachten spelen drie dingen die, evenals zijn woede, in het vorige hoofdstuk hebben plaatsgevonden en daar zijn beschreven. Hij denkt

1. aan Vasthi,

2. aan wat zij heeft gedaan en

3. aan wat over haar besloten is.

Dit bepaalt ons er weer bij dat er een vacuüm, een vacature voor koningin, is ontstaan. Het verhaal dat volgt, sluit daarop aan. Zonder dat er sprake is van een vraag van de koning, komen de hovelingen met een advies (Es 2:2-4). Dat advies bestaat uit drie delen:

1. Meisjes laten zoeken die maagd zijn en knap om te zien.

2. Die meisjes verzamelen en een schoonheidsbehandeling laten geven.

3. Het ene meisje uit al die meisjes dat welgevallig is in zijn ogen, moet koningin worden in plaats van Vasthi.

In dit advies zien we een opklimming. Er wordt eerst een selectie gemaakt uit alle meisjes in zijn koninkrijk en uit die selectie komt dat ene meisje dat door Ahasveros als koningin uitgekozen wordt.

Het woord voor “hovelingen” betekent letterlijk “jongelingen”. Dat woord bepaalt ons bij een nieuwe generatie en het begin van een nieuwe situatie met een nieuwe koningin. De hovelingen geven de koning de raad om in de plaats van wat hij is kwijtgeraakt, iets nieuws en iets mooiers te nemen, om daardoor het verleden te vergeten.

In profetisch en typologisch opzicht zien we in het verlangen van de koning het verlangen van God naar een volk op aarde dat Hem toebehoort en dat geheel aan Hem is toegewijd. Als de gemeente is weggenomen, zal Hij een nieuw volk naar Zijn hart op aarde vinden, door Hemzelf verwekt. Hij zal dit volk vinden in het gelovig overblijfsel van Israël in de eindtijd. Daarvan is Esther een type of voorbeeld.

In het voorstel om een nieuwe koningin te zoeken worden enkele aanbevelingen gedaan. Zo wordt Ahasveros door de hovelingen aanbevolen

1. om opzichters aan te stellen die de meisjes gaan uitkiezen,

2. dat die meisjes worden toevertrouwd aan een verzorger en bewaarder en

3. dat de verzamelde meisjes een schoonheidsbehandeling krijgen (Es 2:3).

Er worden niet in het wilde wegoveral meisjes vandaan gehaald. De meisjes die eventueel in aanmerking komen om koningin te worden, worden met zorg uitgekozen en behandeld.

We zien hierin Gods zorg in het laten verkondigen van het evangelie om uit de wereld mensen tot Zich te trekken. Mensen die het evangelie hebben aangenomen, worden verder verzorgd door gaven die de Heer Jezus heeft gegeven, opdat ze zullen beantwoorden aan het doel dat Hij met hen heeft: Hem behagen. We zien dat in de dienst van Paulus en zijn mededienaren: “Hem verkondigen wij, terwijl wij iedere mens terechtwijzen en iedere mens leren in alle wijsheid, om iedere mens volmaakt te stellen in Christus. Hiervoor arbeid ik ook onder strijd naar Zijn werking, die in mij werkt met kracht” (Ko 1:28-29).

De inspanningen om deze koning welgevallig te zijn zijn een voorbeeld voor ons. Wij worden ook voorbereid en gebruikt om onze Heer welgevallig te zijn. Zijn wij dan ook zo ijverig als in deze geschiedenis en als Paulus? Brengen wij het evangelie en hebben we zorg voor hen die het hebben aangenomen?

Copyright information for DutKingComments