Esther 2:8-9

Esther onder de hoede van Hegai

Na de introductie van Mordechai en Esther gaat de geschiedenis verder met de uitvoering van “het woord van de koning en zijn wet” (Es 2:8). Veel meisjes worden verzameld in de burcht Susan. Zij komen allemaal onder de hoede van Hegai. Onder die meisjes bevindt zich ook Esther. Op haar wordt onze aandacht in dit gedeelte verder in het bijzonder gericht. Ze is, net als alle andere meisjes, in de burcht Susan, maar van haar wordt erbij gezegd dat zij wordt meegenomen “naar het huis van de koning”.

Esther trekt de bijzondere aandacht van Hegai (Es 2:9). Zij is “welgevallig” in zijn ogen en verwerft “gunst bij hem”. Waardoor dat komt, wordt niet meegedeeld. Hij spant zich in, en doet dat met haast, om haar alles te geven wat haar tot de ‘favoriet’ van de koning kan maken. Hij geeft haar schoonheidsmiddelen voor haar uitwendige verzorging en voedsel voor haar inwendige verzorging.

Hij geeft haar ook “zeven aanzienlijke meisjes uit het huis van de koning” om haar als het ware te laten wennen aan de sfeer van het huis van de koning. Samen met haar meisjes plaatst hij haar over naar “het [beste] deel van het vrouwenverblijf”, misschien een soort voorportaal van het koninklijk paleis, met zicht op het paleis. Alles dient om haar in de sfeer van het paleis te brengen en haar zo voor te bereiden op een verblijf in het paleis bij de koning.

Hegai kunnen we zien als een beeld van de Heilige Geest, Die het overblijfsel – waarvan Esther een beeld is – verder toebereidt, opdat het kan beantwoorden aan de wensen van het hart van God. De Heilige Geest doet er ook alles aan om ons, die bij de Heer Jezus horen en in een Godvijandige wereld leven, in overeenstemming te brengen met Hem Wiens belangstelling voortdurend naar ons uitgaat.

Het verwerven van gunst of genade in de ogen van boven hen staande vijandige heersers zien we bij Jozef (Gn 39:2; 21) en Daniël (Dn 1:9). Bij Jozef en Daniël en zijn vrienden wordt er wel bij gezegd dat het God is Die de gunst geeft. Dat is bij Esther om de bekende reden – het ontbreken van de Naam van God in dit boek – niet het geval. We zien bij haar echter wel duidelijk dat God dit bewerkt. Nog een overeenkomst tussen Esther en Jozef en Daniël (en zijn vrienden) is dat van hen allen wordt gezegd dat ze knap van gestalte zijn (Es 2:7; Gn 39:6; Dn 1:4; 15).

Als wij trouw zijn in de omstandigheden waarin wij ons bevinden, zal dat aan ons te zien zijn. Trouwe mensen laten iets van Christus zien. Dat dwingt respect af bij de mensen om hen heen. Trouwe mensen zijn ‘knap van gestalte’. Hun manier van leven vertoont kenmerken die bewondering oproepen, ook bij hen die hen vijandig gezind zijn. Onze omgeving kan van alles proberen om ons het zwijgen op te leggen, maar ze kunnen niet om onze manier van leven heen. Het is de bedoeling van de Geest dat “Christus gestalte” (Gl 4:19) in ons krijgt. Als dat plaatsvindt, wordt in ons leven echte schoonheid gezien die iedereen zal opvallen.

Copyright information for DutKingComments