Esther 6:13

Haman begint te vallen

De wegen van Mordechai en Haman gaan nu voorgoed uit elkaar (Es 6:12). De rustige Mordechai keert terug naar de plaats die hij steeds heeft ingenomen. Hij neemt zijn gewone plaats weer in omdat Esther hem aan het hart gaat, evenals het welzijn van zijn volk. Daarnaar gaat zijn hart uit en dat is belangrijker voor hem dan zijn eigen eer en roem.

Er komt geen woord uit zijn mond. De dingen gebeuren met hem. Hij is net zo trouw na zijn huldiging als ervoor. Hij is niet trots op wat er met hem is gebeurd, maar neemt zijn gewone plaats in de poort weer in. Hij is nederig van geest en houdt daardoor de aan hem verleende eer vast. Hij vormt hiermee een groot contrast met Haman die na zijn promotie met grootheidswaanzin wordt vervuld. De hem verleende eer heeft hem machtsdronken gemaakt, waardoor hij nu bezig is van zijn hoogte af te vallen en nog grotere en diepere vernederingen te ondergaan (Sp 29:23).

Haman, die zichzelf zo graag geëerd heeft willen zien, is door deze gang van zaken vernederd. Alleen God kan een mens, een machtige, vernederen, zoals Hij dat ook met Nebukadnezar heeft gedaan (Dn 4:29-33). Nebukadnezar heeft dat erkend (Dn 4:34-36), Haman niet. Hij haast zich naar huis. Zijn blijdschap is omgeslagen in treurnis. Als teken daarvan bedekt hij zijn hoofd.

Thuisgekomen vertelt hij zijn vrouw en al zijn vrienden wat hem is overkomen (Es 6:13). De reactie van zijn vrienden, hier “zijn wijzen” genoemd, en zijn vrouw is niet bepaald bemoedigend voor hem. Zijn vrienden zijn nu de eersten die reageren. Bij de reactie op het voorstel van de galg staat zijn vrouw voorop (Es 5:14). In de mening dat er eer te behalen valt, wil ze zich die wel toe-eigenen via haar man. Maar in het vooruitzicht van oneer trekt ze zich terug.

Hun ‘raad’ klinkt anders dan de dwaze raad die ze hem hebben gegeven om een galg te laten maken en Mordechai daaraan te laten ophangen (Es 5:14). Ze erkennen de overwinning van Mordechai en trekken daaruit de juiste consequenties voor de toekomst. Daardoor wordt hun eerdere raad als dwaasheid ontmaskerd, want juist dat advies heeft bijgedragen aan de nederlaag en vernedering van Haman.

Ze voegen eraan toe dat Haman is begonnen te vallen en dat die val niet te stuiten zal zijn, omdat de man met wie hij te maken heeft “uit het geslacht van de Joden is”. Hun opmerking betekent dat ze ervan overtuigd zijn dat de Joden niet ten onder zullen gaan. Hoe ze dat weten, staat er niet bij, maar gelijk hebben ze. Niet de Joden zullen ten val komen, het is Haman die zeker ten val zal komen en wel “voor hem”, dat is voor Mordechai. Ze accentueren op deze manier de grootheid en verhevenheid van Mordechai. Dat is het tegenovergestelde van de val waarover ze tegen Haman hebben gesproken.

In hun woorden tot hem klinkt door hoe deze man van een grootheidswaanzinnige is veranderd in een ontgoochelde met geen ander perspectief dan totale ontluistering. Eerst leek het lot van Mordechai uitzichtloos, nu is dat het deel van Haman.

De satan weet dat hij de verliezer is, maar zal zijn verlies nooit toegeven. Hij blijft handelen naar zijn eigen boosaardige natuur. Hij wist dat Christus uit het volk van de Joden zou voortkomen. Christus is geboren, hoezeer hij ook heeft geprobeerd dat te voorkomen. Bij de dood van Christus leek de satan de overwinning te hebben behaald, maar Christus is opgestaan uit de dood.

De satan lijkt nu de heerser van de wereld te zijn en te slagen in zijn vervolging van hen die bij Christus horen, maar hij gaat zijn ondergang tegemoet, net als Haman hier. De rollen zullen zichtbaar worden omgedraaid bij de komst van Christus. De satan zal zijn verlies uiteindelijk moeten erkennen als hij in de hel is. De triomf is aan Christus en daarin mogen allen delen die van Christus zijn.

Haman krijgt niet de kans nog iets te zeggen. Terwijl zijn vrienden en zijn vrouw met hem praten, komen de hovelingen van de koning hem halen voor de maaltijd die Esther heeft aangericht (Es 6:14). Ze kunnen hem niet meer van enige goed raad voorzien en hem zelfs niet meer bemoedigen. Zijn vrienden vallen stil in dit uur van de waarheid voor Haman. Wanneer het goed gaat, zijn er genoeg vrienden, maar als de zaken slecht gaan, verdwijnen ze (Sp 14:20).

Copyright information for DutKingComments