Exodus 23:7

Eerlijke rechtspraak

De waarschuwing om eerlijk recht te spreken komt steeds weer terug. De mens die zaken moet beoordelen – in feite heeft ieder mens daarmee te maken, niet alleen daartoe aangestelde rechters –, loopt altijd gevaar zich te laten beïnvloeden of zich iets te laten voorspiegelen. Wie zich laat beïnvloeden, stelt zich open voor het aanzien van de persoon of het aannemen van geschenken.

Persoonlijk gewin mag geen rol spelen in de rechtspraak of in de algemene afweging van wat recht is. Wie zich iets laat voorspiegelen en meegetrokken wordt in een bedrieglijke zaak, is te meegaand in het verhaal dat wordt opgehangen. In beide gevallen komt men tot een verkeerde beoordeling, terwijl God de schuldige niet rechtvaardig verklaart, maar veroordeelt.

God zegt: “Ik zal de schuldige niet rechtvaardig verklaren” (Ex 23:7). Deze uitspraak heeft door het kruis van Christus een ongedachte en ongekende wending gekregen. Ieder die erkent schuldig te staan tegenover de heilige en rechtvaardige God, zijn zonden belijdt en Christus als Heiland aanneemt en gelooft dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, is gerechtvaardigd (Rm 4:24b-25). “Maar hem die niet werkt, maar gelooft in Hem Die de goddeloze rechtvaardigt, wordt zijn geloof gerekend tot gerechtigheid” (Rm 4:5).

Copyright information for DutKingComments