Exodus 28:6

De efod

Het eerste kledingstuk dat beschreven wordt, is “de efod”. Dit kleed is het meest kenmerkend voor de hogepriester. Door middel van een gordel, gemaakt van hetzelfde materiaal als de efod, wordt de efod vastgemaakt. Op elk van de beide schouderstukken van de efod komt een edelsteen. Op de ene steen staan, in volgorde van geboorte, de namen van de oudste zes zonen van Israël; op de andere steen, ook in die volgorde, staan de namen van de jongste zes zonen.

De kleuren spreken van de verschillende heerlijkheden van de Heer Jezus, zoals die in de vier evangeliën gezien worden. De gordel laat diezelfde heerlijkheden (kleuren) zien. De gordel spreekt van dienst (vgl. Lk 12:37).

In de stenen op de schouders van de hogepriester zien we in beeld hoe de Heer Jezus heel Gods volk, al Gods kinderen, allen die uit God geboren zijn, op Zijn schouders draagt om hen in gedachtenis te brengen bij God. Zijn kracht, waarvan de schouders spreken, ondersteunt ons in onze reis door de woestijn. God ziet al de Zijnen verenigd met Zijn Zoon. De Heer Jezus vertegenwoordigt Zijn volk bij God.

Christus draagt de Zijnen op Zijn schouders. Hij draagt ook het verloren en gevonden schaap op Zijn schouders, meervoud (Lk 15:5). De heerschappij over de schepping draagt Hij op Zijn schouder, enkelvoud (Js 9:5). Voor het dragen van de schepping heeft Hij aan één schouder genoeg, terwijl Hij Zijn beide schouders gebruikt voor het dragen van de Zijnen.

Copyright information for DutKingComments