Exodus 33:17-23

De HEERE moet meegaan

Mozes pleit opnieuw voor het volk. Nooit is er een betere pleitgrond voor anderen dan het zelf innemen van de plaats van afzondering van het kwaad. Deze positie plaatst iemand in de tegenwoordigheid van God en geeft daardoor ook een nog hechtere verbinding met het volk. Dit is het resultaat van afzondering die wordt nagestreefd om getrouw te zijn en waarbij alleen de heerlijkheid van God het motief is dat tot die afzondering voert.

Mozes neemt geen genoegen met een engel om voor hen uit te gaan. Hij wil dat de HEERE Zelf mee optrekt. Hij doet een beroep op wat God ten aanzien van hem heeft gezegd: dat Hij hem bij zijn naam kent en dat hij genade heeft gevonden. Dit zijn twee dingen met een bijzondere betekenis:

1. de HEERE heeft een persoonlijke relatie met Mozes en

2. Mozes erkent dat genade de basis van die relatie is.

Op grond daarvan nadert hij tot God. Mozes wil niet alleen de weg weten die hem en het volk naar het beloofde land zal voeren. Hij wil Gods weg kennen. Hij herinnert God eraan dat het om Zijn volk gaat. Het innemen van de plaats van afzondering doe je persoonlijk, maar je bent er alleen op de goede manier als je daar het hele volk van God in je hart hebt en in voorbede voor God brengt. Mozes brengt het volk naar voren. Hij vraagt aan God: “Laat ons dan van hier niet verdertrekken.” Tegelijk doet hij een beroep op Gods genade. Hij vraagt aan Hem die te bewijzen “daardoor dat U met ons meegaat”.

God antwoordt dat Hij zal doen wat Mozes heeft gevraagd. Hij zal Zelf meegaan en Mozes geruststellen. Waar God aanwezig is, daar is rust.

Een plaats bij de HEERE

Mozes is nog niet klaar met vragen. Hij heeft zich verzekerd van Gods tegenwoordigheid voor de weg die hij moet gaan. Er is rust. Vanuit die rust vraagt hij nu de heerlijkheid van de HEERE te mogen zien. Dit gaat verder dan het vragen naar Zijn weg. Het gaan van de weg van en met God is de weg die zicht geeft op de heerlijkheid van God. Gods heerlijkheid zien is ook meer dan wat hij op de berg Sinaï van God heeft gezien. Daar heeft hij de heiligheid van God gezien.

God zegt hem toe dat hij Zijn heerlijkheid zal zien. Mozes vraagt: "Toon mij toch Uw heerlijkheid!" De HEERE antwoordt dat Hij al Zijn goedheid zal laten zien. Gods goedheid is Zijn heerlijkheid. Hij wil dat wij Hem kennen aan de heerlijkheid van Zijn genade, meer dan aan de heerlijkheid van Zijn majesteit. De profeet Hosea spreekt over een tijd dat de Israëlieten “zich in diep ontzag tot de HEERE en Zijn goedheid wenden” zullen (Hs 3:5).

Het bijzondere van de heerlijkheid van Gods goedheid is de vrijmacht ervan. Die vrijmacht zien we daarin, dat Hij genadig zal zijn voor wie Hij genadig zal zijn. Hij is de soevereine Eigenaar van ieder mens en volstrekt vrij om onderscheid te maken bij het verlenen van Zijn genade. Nergens lezen we dat Hij zegt ‘Ik zal toornig zijn op wie Ik toornig zijn zal’, want Zijn toorn is altijd rechtvaardig en heilig. Nooit bestemt Hij een mens tot het oordeel, want dat doet die mens zelf.

Paulus haalt aan wat God hier van Zichzelf tegen Mozes zegt als antwoord aan hen, die God beschuldigen van onrechtvaardigheid. Zij vinden het onrechtvaardig dat Hij aan sommigen Zijn genade geeft, terwijl Hij die genade aan anderen rechtvaardig onthoudt (Rm 9:15; 18).

Toch krijgt Mozes de heerlijkheid van de HEERE niet ten volle te zien, maar slechts een deel ervan, en staande op de rots in een kloof, een rotsholte. In het Oude Testament is Gods heerlijkheid slechts beperkt te zien. God kan in die tijd nog niet laten zien wat Hij later wel in Christus heeft getoond. In Hem zijn Gods gerechtigheid en Gods liefde volmaakt zichtbaar geworden. Christus kan zeggen: “Wie Mij heeft gezien, heeft de Vader gezien” (Jh 14:9).

De rots is een beeld van Christus (1Ko 10:4). Op die grondslag moet Mozes gaan staan om Gods heerlijkheid te zien. Hij moet er helemaal in verdwijnen. Christus is “[het] Beeld van de onzichtbare God” (Ko 1:15).

Mozes kan de heerlijkheid van God alleen zien als Hij aan hem voorbij is gegaan. Wij kunnen de heerlijkheid van God pas zien als Hij Zijn weg is gegaan. Ook dat zien we in Christus. Wij kijken terug naar een volbracht werk op het kruis waar de volmaakte openbaring van God als licht en liefde zichtbaar is geworden.

Copyright information for DutKingComments