Exodus 8:27-28

Mozes verwerpt het compromis

Voor de eerste keer doet de farao een aanbod om het volk te laten gaan om God te dienen. Hij verbindt daaraan wel een voorwaarde. Die voorwaarde houdt in dat het volk God dient in zijn land, Egypte. Hij wil de afstand tussen hem en het volk van God zo klein mogelijk houden. Hij zegt als het ware: ‘Dien mij en God.’

Als een gelovige ernst maakt met de afzondering van de wereld, komt de satan met zijn voorstellen, zoals de farao hier doet. Daarover wil hij praten. Vier keer stelt hij een compromis voor (Ex 8:25; 28; Ex 10:7-9; 24). Over elke centimeter ruimte zal hij discussiëren. Maar God en Mozes en ieder die bij God hoort door het geloof in de Heer Jezus, neemt met niets anders genoegen dan met duidelijke afzondering van de wereld.

Dit compromis is voor Mozes onacceptabel. Zo is het voor wie werkelijk een kind van God is, onmogelijk om met de wereld verbonden te blijven. Door de doop wil hij er vrij van komen. Pas dan is iemand echt vrij om God te dienen. Hij is dan, in beeld, door de Rode Zee heengegaan en in de woestijn gekomen.

Het antwoord van Mozes spreekt van de dood en de opstanding van de Heer Jezus: het volk moet drie dagreizen de woestijn ingaan. De dienst die het volk voor zijn God wil houden, is voor de wereld een gruwel. Als de Egyptenaren zouden zien dat de Israëlieten een stier of een koe slachten, dieren die door hen als heilig worden gezien, zouden ze de Israëlieten stenigen. Elk offer aan God dat een gelovige brengt, maar wat de ongelovige voor zichzelf claimt omdat hij het voor zichzelf waardevol vindt, wekt de woede van die mens op.

Tweede compromisvoorstel

De farao komt dan met een tweede listig aanbod. Ze mogen dan wel de woestijn ingaan, maar niet te ver. Ze moeten onder zijn invloedsfeer blijven. Daarom mogen ze niet de drie dagreizen de woestijn in. In beeld wil dat zeggen: niet een dienst aan God in verbinding met en gebaseerd op de dood en de opstanding van de Heer Jezus.

Zolang een gelovige niet leeft in overeenstemming met het oordeel op het kruis over zijn zonden en in de kracht van de opstanding van de Heer Jezus, zal de satan hem zijn gang laten gaan. Wij zullen ons als gelovigen moeten afvragen: Is de wereld werkelijk voor mij gekruisigd en ik voor de wereld? Voor Paulus is dat wel zo (Gl 6:14).

Na zijn aanbod vraagt de farao voor de tweede keer of Mozes voor hem wil bidden.

Copyright information for DutKingComments