Ezekiel 23:5

De zonde van Ohola en het oordeel over haar

Samaria (de tien stammen) bedrijft in geestelijke zin hoererij (Ez 23:5). In plaats van op God te vertrouwen verbindt ze zich met de Assyriërs (2Kn 15:19; Hs 5:13; Hs 7:11; Hs 8:9; Hs 12:2). Het zoeken van hulp bij de Assyriërs heeft tot gevolg dat indrukwekkend geklede ‘vertrouwelingen’, mannen van aanzien, het land binnenkomen (Ez 23:6). Zo doet de Assyrische cultuur zijn intrede in het land en verovert het hart van Samaria (Ez 23:7). Die cultuur is geheel verweven met de afgodendienst van Assyrië die ook door Samaria wordt overgenomen. De tien stammen buigen zich in ontucht neer voor de stinkgoden van Assyrië.

Maar Assyrië is niet het enige rijk waarmee Samaria geestelijk hoererij bedrijft. Samaria blijft ook openstaan voor de invloed van Egypte (Ez 23:8). Ze blijft de afgoden van Egypte aanbidden zoals ze al heeft gedaan in de tijd van haar slavernij. In voorkomende gevallen zoekt ze ook politieke steun bij Egypte (vgl. Hs 12:2). God herinnert haar aan haar schaamteloze gedrag dat ze al in haar prilste bestaan heeft getoond.

Vanwege haar hoererij met Assyrië heeft de HEERE Samaria aan de Assyriërs overgegeven (Ez 23:9). Vanuit politiek gezichtspunt kan Assyrië het heulen van Samaria met Egypte niet dulden en heeft Samaria daar ook zwaar voor gestraft (2Kn 17:2-8). De Assyriërs hebben Samaria geheel verwoest en ontluisterd en ook ontvolkt door de bevolking weg te voeren (Ez 23:10). Zo is er een einde gekomen aan het bestaan van het noordelijke tienstammenrijk. Het gedrag van Samaria bezorgt de Israëlieten een slechte naam bij de andere “vrouwen”, dat wil zeggen bij de andere volken en vooral bij het zustervolk Juda. In de volgende verzen zien we hoe Oholiba reageert op wat er met haar zus Ohola is gebeurd.

Copyright information for DutKingComments