Ezekiel 3:27

De HEERE verschijnt opnieuw

De hand van God is op Ezechiël als hij in Tel-Abib is (Ez 3:22). Dat Gods hand op hem is, betekent dat God beslag op hem legt en met hem aan het werk gaat. Het houdt ook in dat Hij hem beschermt en leidt. Dan geeft Hij hem de opdracht naar de vallei te vertrekken, waar Hij met hem zal spreken. Een vallei is een lage plaats. Het stelt voor dat we op een plaats van nederigheid moeten zijn om de woorden van de Heer te horen. Op die plaats ziet Ezechiël, voordat hij zijn dienst begint, nog een keer de heerlijkheid van de HEERE (Ez 3:23; Ez 1:28). Die verschijnt hem niet zoals in Ezechiël 1, maar staat er al. Opnieuw valt hij op zijn gezicht.

Ook hier laat de Geest hem weer op zijn voeten staan (Ez 3:24; Ez 2:2). De Geest geeft de kracht om de heerlijkheid van God te zien en verder te gaan in de dienst. Ezechiël moet zich in zijn huis opsluiten. Dat lijkt een vreemde opdracht voor iemand die het volk moet waarschuwen. Maar God bepaalt voor ieder van Zijn dienaren afzonderlijk hoe hij Zijn boodschap moet brengen. Iedere profeet brengt Zijn boodschap op een manier die op bijzondere wijze tot het volk spreekt en op bijzondere wijze aansluit bij hun toestand. Mensen die Gods Woord willen horen, moeten naar Ezechiël toe komen.

De touwen waarvan hier sprake is, zullen om hem heen worden geslagen, zodat hij zich niet in het midden van het volk kan begeven (Ez 3:25). De HEERE Zelf zal hem binden en hem zo nog verder isoleren (Ez 4:8). Zijn hele afzondering wordt nog versterkt door de stomheid die de HEERE hem oplegt (Ez 3:26; vgl. Jb 29:10; Ps 22:16; Ps 137:6). Een dergelijk optreden onderstreept de ernst van de boodschap van Ezechiël voor een opstandig huis.

Zijn stomheid zal niet blijvend zijn (Ez 3:27). Ook wordt zijn stomheid onderbroken door perioden waarin hij kan spreken (Ez 8:1; Ez 11:25). Ezechiël kan bij dit spreken zijn huis niet verlaten. Na de verwoesting van Jeruzalem verandert dit op Gods bevel en spreekt hij weer (Ez 24:25-27; Ez 33:21-22). Zo kan ook onze dienst veranderen. Het is belangrijk ons door de Geest te laten leiden. Als Ezechiël weer moet gaan spreken, moet hij weer zeggen: “Zo zegt de Heere, HEERE.” Zijn toehoorders spreekt hij persoonlijk aan: “Wie luistert, laat hij luisteren. Wie [dat] nalaat, laat die het [maar] nalaten”, terwijl het volk als geheel “een opstandig huis” is.

Copyright information for DutKingComments