Ezekiel 39:29

Israël hersteld in het land

Voor de zevende en laatste keer klinken in deze twee hoofdstukken de woorden “zo zegt de Heere HEERE” (Ez 39:25). De inhoud van die woorden is het herstel van Israël in het land. Dat herstel begint met het brengen van een omkeer in de gevangenschap van Zijn volk dat Hij “Jakob” noemt (vgl. Ps 85:2; Jr 30:18; Jr 33:26). De naam Jakob herinnert aan hun stamvader in zijn zwakheid. De oorsprong van het herstel ligt bij de HEERE en heeft zijn grond in Zijn ontferming en in het opkomen voor Zijn Naam. Hij ontfermt Zich over “heel het huis van Israël”, dat wil zeggen alle twaalf stammen (vgl. Ez 3:7; Ez 20:40; Ez 36:10; Ez 37:11). Tevens neemt Hij het op voor Zijn heilige Naam.

Ez 39:26 geeft, zoals de HSV hier vertaalt, aanleiding tot de verkeerde gedachte dat Israël trouwbreuk pleegt terwijl het onbezorgd in het land woont. Dit vers kan echter ook als volgt vertaald worden: “Zij zullen de smaad en al de ontrouw, waarmee zij Mij ontrouw zijn geweest, vergeten, wanneer zij in hun land wonen, veilig, zonder dat iemand hen opschrikt” (vertaling Nederlands Bijbelgenootschap 1951). De bedoeling is, dat alle vroegere ellende en afwijking vergeten zullen zijn als zijn eenmaal in hun land wonen. Een andere vertaling luidt: “En zij zullen de verantwoording voor hun smaad en trouweloosheid, waarmee zij zich tegen Mij misdragen hebben, op zich nemen, wanneer zij zeker in hun land wonen en niemand hen opschrikt” (Slachter 2000). In deze vertalingen is duidelijk dat het volk in gerustheid in het land woont als een volk dat hersteld is in zijn relatie met de HEERE. Dat komt ook overeen met het betoog van de profeet die spreekt over het teruggekeerde volk dat in de zegen van het vrederijk eindelijk rust heeft gevonden.

De Bewerker van de zegen van het vrederijk is de HEERE. Hij brengt hen terug uit de volken en brengt hen bijeen uit de landen van hun vijanden (Ez 39:27). Hierdoor zal Hij voor de ogen van veel heidenvolken geheiligd worden, dat wil zeggen dat ze Hem zullen erkennen als de enige ware God. Het zal geen vraag meer zijn Wie de God van Israël is en dat Hij – en niet de volken – met Zijn volk heeft gehandeld (Ez 39:28).

Hij heeft Zijn volk onder de heidenvolken in ballingschap gevoerd vanwege de ontrouw aan Hem. Eerst in Babel en later ook onder “veel heidenvolken” vanwege hun verwerping van de Messias. Het zal ook volkomen duidelijk zijn dat Hij het is en niemand anders Die Zijn volk weer heeft verzameld in hun land, zonder iemand te vergeten.

Dan is de relatie niet slechts tijdelijk of gedeeltelijk, maar voorgoed en volledig hersteld. Hij zal Zijn aangezicht niet meer voor hen verbergen (Ez 39:29). Dat hoeft ook niet, want ze zullen Hem dienen met een volkomen hart. Dat doen ze omdat de HEERE Zijn Geest over hen heeft uitgestort. De Geest legt beslag op hen en daardoor zullen ze alles steeds tot eer van God doen. De Geest zal ook te midden van Gods volk wonen in de herbouwde tempel, waarover de volgende hoofdstukken ons uitvoerig informeren.

Copyright information for DutKingComments