Ezra 8:29

Zorg voor zilver, goud en voorwerpen

Ezra zondert van de leiders van de priesters er twaalf af om hen te belasten met de zorg voor zilver en goud en bepaalde voorwerpen (Ea 8:24-27). Zij worden apart gesteld voor een speciaal werk. De afzondering van een aantal priesters heeft niets te doen met het afzonderen van een groep mensen tot een geestelijkheid.

Een bijzonderheid lezen we aan het eind van Ea 8:27, waar gesproken wordt over “twee voorwerpen van goed, glanzend koper, kostbaar als goud”. Hier zien we koper met het kenmerk van goud. Koper is een beeld van Gods gerechtigheid die het oordeel kan doorstaan. Goud is een beeld van Gods heerlijkheid. Beide zien we in de Heer Jezus aan het kruis.

Ezra zegt dat ze “heilig voor de HEERE zijn” (Ea 8:28). ‘Heilig’ betekent ‘afgezonderd voor een bepaald doel’. Ook de voorwerpen die aan hen zijn toevertrouwd, zijn heilig. Deze heiliging, dit apart zetten, is voor “de HEERE, de God van uw vaderen”. Alles wordt aan Hem gewijd. Mensen en middelen moeten geheiligd en rein zijn, willen ze met God in verbinding kunnen zijn om door Hem gebruikt te worden (Js 52:11).

Hier zien we dat dit overblijfsel, net als het overblijfsel dat eerder is teruggekeerd, zilver en goud meebrengt. We kunnen dit zo toepassen, dat God van tijd tot tijd Zijn werk van opwekking hernieuwt en het vorige aanvult. Telkens wordt dan iets toegevoegd aan wat al bekend is. We kunnen bijvoorbeeld denken aan de correctiebrieven aan de Korinthiërs en de Galaten, waarin zaken worden geschreven die toevoegen aan wat al door de heiligen wordt gekend.

Wat hun is toevertrouwd om mee te nemen (Ea 8:29), moeten ze in hetzelfde gewicht en aantal (Ea 8:33-34) afleveren bij hun aankomst in Jeruzalem. Dit is geen kwestie van wantrouwen, maar van verantwoording afleggen (vgl. 2Ko 8:21). Dé opdracht in de laatste dagen is: “Bewaar het u toevertrouwde pand” (2Tm 1:14; vgl. 2Tm 4:7).

Alles wat aan de zorg van de priesters wordt toevertrouwd, wordt afgewogen meegenomen (Ea 8:30). Het moet naar Jeruzalem worden gebracht, met “het huis van onze God” als uiteindelijke bestemming. Ook wat ons is toevertrouwd, is zorgvuldig afgewogen en moeten we binnen de gemeente, Gods huis in deze tijd, bewaren en beschermen. Wij zijn rentmeesters over wat ons aan geestelijke goederen is toevertrouwd. Elke waarheid van het geheel van de waarheid moeten we vasthouden en er niets van verliezen. Ezra heeft onderweg niets verloren van wat hij heeft meegenomen, net zoals alles wat met Noach in de ark ging, er ook weer veilig en gezond uit kwam.

Copyright information for DutKingComments