Galatians 5:1-10

De christelijke vrijheid

Paulus kan nu beginnen met het praktische gedeelte van zijn brief. In Galaten 1-2 heeft hij een stukje geschiedenis behandeld. In Galaten 3-4 is hij uitvoerig ingegaan op de leer die de valse leraren brachten. In de twee slothoofdstukken bespreekt hij de praktische uitwerking van het onderwijs dat hij in de vorige hoofdstukken heeft gegeven.

Gl 5:1. Voor de overgang van leer naar praktijk is Gl 5:1 uitstekend geschikt. Het vers is een afsluiting van het leerstellige deel en tevens een inleiding op het praktische deel. Als je Gl 5:1 laat aansluiten op Galaten 4, klinkt het als een conclusie. De gedachte is dan, dat de christen vrij is van allerlei wetten die hem in slavernij hebben gehouden. Wat dan meer op de voorgrond staat, is het negatieve, dat wat weggedaan is.

Je kunt Gl 5:1 ook zien als de inleiding op het gedeelte dat volgt en dan gaat vooral om het positieve doel dat Christus voor ogen stond toen Hij ons vrijmaakte en dat is de vrijheid zélf. Hij wil ons in dezelfde vrijheid plaatsen die Hij ook Zelf kent. Dat is ware vrijheid: vrij zijn zoals Hij. Zijn vrijheid was en is om de wil van Zijn Vader te volbrengen. Onze vrijheid heeft hetzelfde doel: het verlangen de wil van de Vader te doen.

De Heer Jezus heeft die vrijheid voor ons bewerkt op het kruis. Door dat werk heeft Hij ons onttrokken aan elke denkbare vorm van slavernij, of het nu de wet betreft of de zonde. In Galaten 3, waar ook gesproken wordt over vrijheid, ligt de nadruk op de prijs die Hij heeft betaald (Gl 3:13). Hier ligt de nadruk op de vrijheid. Wie eenmaal aan die vrijheid deel heeft gekregen, is dwaas als hij zich weer onder een slavenjuk laat brengen.

Het juk waarover de Heiland in Mattheüs 11 spreekt, is een juk van een totaal andere orde (Mt 11:29-30). Dat is het juk dat getuigt van een vrijwillig en met vreugde aanvaarde opdracht. Het is ook een zacht juk, het knelt niet.

Gl 5:2. Paulus vermaant de Galaten vast te staan in deze door Christus verworven vrijheid. Het gevaar is groot dat zij deze vrijheid prijsgeven en toch weer onder een knellend juk terechtkomen. Hij legt zijn volle apostolische gewicht in de schaal als hij hen met klem waarschuwt wat de consequenties zijn als zij zich gaan houden aan wettische verplichtingen. Als je het begin van Handelingen 15 leest, wordt duidelijk wat er op het spel staat (Hd 15:1-10).

De besnijdenis verplicht stellen als voorwaarde voor de behoudenis betekent een naar beneden halen van het werk van Christus. De besnijdenis is hier niet een chirurgische ingreep, maar vertegenwoordigt een heel systeem van redding door werken. Wie zich onder de wet plaatst, brengt zichzelf in een positie waarin men geen enkel nut of voordeel van Christus en Zijn werk heeft. Onder de wet ben je los van Christus, en als je los van Christus bent, ben je gescheiden van elke zegen.

Gl 5:3. Vanwege de ernst van de zaak stelt Paulus dat hier nog eens duidelijk voor de aandacht en wel voor “ieder mens”. Het gaat om een zaak van algemeen belang, met algemene geldigheid, een zaak die niet alleen de Galaten betreft. De fundamenten van het christelijk geloof worden aangetast. Het is alles of niets. Je kunt niet zeggen: Ik doe mijn deel door de wet te houden en Christus doet Zijn deel door te doen wat ik niet kan. Nee, Christus heeft alles gedaan of Hij heeft niets gedaan. Wie de wet wil houden, is verplicht die helemaal te houden. Daarin kun je niet selectief te werk gaan. Weer benadrukt Paulus de onverenigbaarheid van wet en genade.

Gl 5:4. De wet stelt voorwaarden. Daaraan kan een mens niet voldoen en als gevolg daarvan verspeelt hij alle zegen als hij zich eraan wil houden. Je vervalt op die manier van de genade. Dat betekent niet dat er zoiets als een afval van heiligen is. Wat de Heer Jezus in Johannes 10 zegt, staat daar garant voor (Jh 10:28-29). ‘Eens een kind van God, altijd een kind van God.’ Van de genade vervallen wil zeggen dat wie de wet wil doen, de genade loslaat.

Gl 5:5. Na zijn ernstige waarschuwingen over het vasthouden aan de wet spreekt Paulus over de voorrechten die aan de genade verbonden zijn. Het gaat in dit vers niet om de hoop op gerechtigheid. Dan zou dit vers een onzekerheid aangeven die het gevolg is van het streven naar gerechtigheid op grond van werken. Nee, het gaat om “[de] hoop van [de] gerechtigheid”. Iedere gelovige bezít gerechtigheid. En met die gerechtigheid is hoop verbonden. Die hoop is, net als overal in de Schrift, geen onzekerheid, maar de vaste zekerheid dat gaat komen, wat je verwacht. Door de Heilige Geest Die in je woont, zie je immers uit naar de heerlijkheid van God.

Lees maar eens hoe dat staat in Romeinen 5 (Rm 5:2). De heerlijkheid van God is de plaats waar de Heer Jezus na Zijn dood en opstanding bij Zijn hemelvaart is heengegaan. De hoop van de gerechtigheid houdt in dat we uitzien naar het moment dat wij delen in de heerlijkheid die Christus al bezit. Zo heeft de Heer Jezus daarover in Johannes 17 tot Zijn Vader gesproken: “Vader, … Ik wil dat waar Ik ben, ook zij bij Mij zijn, opdat zij Mijn heerlijkheid aanschouwen die U Mij hebt gegeven” (Jh 17:24). Wij zullen daar komen wanneer de Heer Jezus ons komt halen (Fp 3:21).

Gl 5:6. Wat de christen verwacht, staat in elk opzicht in tegenstelling tot wat de Judaïst verwacht. Judaïsten verwachten door vleselijke inspanning de wet te kunnen houden en daarmee de gerechtigheid te verdienen. De christen ziet door de Geest uit naar wat voor hem is verdiend en daarom ontwijfelbaar zeker zijn deel zal zijn. Het hangt allemaal samen met het “in Christus Jezus” zijn. Dat is de positie van de christen. En of je nu besneden of onbesneden bent, het maakt voor je positie in Christus niets uit. Wie in Christus is, zal zijn geloof laten zien, niet door werken van de wet, maar door liefde. Liefde is de drijvende kracht achter daden die in geloof worden verricht.

Lees nog eens Galaten 5:1 6.

Verwerking: Is er in jouw leven als christen nog (of: weer) sprake van een slavenjuk of kun je zeggen dat jouw geloof door liefde werkt?

Geroepen om vrij te zijn

Gl 5:7. Als Paulus zegt “u liep goed”, heeft hij het beeld van een hardloopwedstrijd voor zich. De Galaten hebben in de wedloop een goede start gemaakt. Ze hebben het evangelie zonder enig voorbehoud aangenomen. Maar nu zijn er hindernissen op de wedstrijdbaan gelegd waardoor ze opgehouden zijn met de wedstrijd. Ze gehoorzamen de waarheid van het evangelie niet langer.

Gl 5:8. Ze hebben naar andere stemmen geluisterd in plaats van te blijven luisteren naar de stem van God, Die hen door het evangelie dat Paulus hun predikte, heeft geroepen. In dat roepen van God is geen spoor te bekennen geweest van wat de Joodse dwaalleraren hen willen laten geloven.

Paulus noemt deze mensen hier niet bij name. Het is voldoende te weten dat wat zij prediken niet van God komt. Op dezelfde manier spreekt de Heer Jezus in Johannes 10 (Jh 10:4-5). Zijn schapen kennen Zijn stem. Als er een vreemde komt, zullen zij die niet volgen omdat zij die stem niet kennen. Zij zullen van hem wegvluchten. Het is niet nodig allerlei verkeerde leringen te onderzoeken, tenzij je daartoe een opdracht van de Heer hebt. Wat niet de stem van de Heer is, dat wil zeggen wat in strijd is met het Woord van God, kun je zo verwerpen.

Gl 5:9. Als je verkeerde leer, zoals hier, of zondige praktijk, zoals in 1 Korinthiërs (1Ko 5:1-13), toestaat en het niet veroordeelt, zullen je leven en de gemeenschap waar je je bevindt, uiteindelijk verwoest worden. Kwaad dat niet wordt geoordeeld, werkt als zuurdeeg, want het doortrekt het geheel net zoals zuurdeeg het hele deeg doortrekt en verzuurd.

Gl 5:10. Als Paulus naar de Galaten kijkt, is hij met hen ten einde raad (Gl 4:20). Als hij naar boven kijkt, naar de Heer Jezus, heeft hij er vertrouwen in dat Hij de Zijnen niet in de steek zal laten. Paulus weet hoe hij zijn zorg bij de Heer moet brengen. Dat is een belangrijke les voor jou en mij. Als we ergens over tobben, uit iets geen uitweg meer zien, is er altijd de weg naar boven, naar de Heer.

Paulus gaat ervan uit dat de Galaten in hun uiteindelijke beoordeling van de dingen tot dezelfde conclusie zullen komen als hij hun vanaf het begin heeft voorgesteld. Wat de personen betreft die hen in verwarring hebben gebracht, die geeft hij over aan het oordeel van God.

Gl 5:11. Nu is er over Paulus ook nog iets gezegd, waar hij nog even op moet ingaan. Er wordt namelijk beweerd dat Paulus de besnijdenis predikt. Dat is natuurlijk een list van de tegenstanders om de Galaten zand in de ogen te strooien. Ook vandaag gebeurt het nog dat Paulus dingen in de mond worden gelegd die hij nooit heeft gezegd of zo heeft bedoeld.

Wat de besnijdenis betreft, moet het duidelijk zijn dat hij die niet predikt. Dat blijkt wel uit het feit dat de Joden hem achterna zitten. Dat zouden ze niet doen als hij de besnijdenis wel zou prediken. En als Paulus de besnijdenis wel zou prediken, houdt dat in dat hij toch nog iets zou overlaten van eigen werken. En dat is volkomen in strijd met de prediking van het kruis.

Het kruis toont de verdorvenheid van de mens tot in de wortels van zijn bestaan en van zijn wezen en is het bewijs dat de mens een vijand van God is. Daarom vormen het kruis en de volkomen verlossing die door genade is volbracht altijd een struikelblok voor iemand die het vlees nog wat eer wil geven. Wie aan het evangelie van Jezus Christus iets toevoegt door aan de mens de mogelijkheid te geven zelf iets te doen voor zijn behoudenis, zal zeker waardering oogsten, maar niet bij God en ook niet bij hen die aan Gods waarheid vasthouden.

Gl 5:12. Paulus ziet hoe hier door de list van het Judaïsme het evangelie van zijn kracht wordt beroofd en zielen te gronde worden gericht. Dat brengt hem tot de sterke uitroep van dit vers. Maar wat zie je sinds de dagen van de apostel? Het wetticisme heeft grote delen van de christenheid in haar greep gekregen. En waar is nu de heilige verontwaardiging die Paulus toen kenmerkte?

De uitroep van de apostel is een zinspeling op de besnijdenis. Daarmee lijkt hij te bedoelen dat hij wenst dat de valse leraren zichzelf lossnijden van de Galaten en van de christelijke gemeenten in het algemeen. Nog steeds gaan de pogingen door om Gods volk terug te brengen onder de slavernij van enige vorm van wet.

Gl 5:13-14. Nog eens wijst Paulus erop dat je geroepen bent om vrij te zijn. Hij zegt er direct bij dat dit niet wil zeggen dat je nu vrij bent om te zondigen. De christen mag dan wel van de wet bevrijd zijn, maar dat betekent niet dat hij nu geen gezag meer boven zich heeft. Christelijke vrijheid staat de zonde niet toe, maar moedigt daartegenover aan tot dienen uit liefde.

Echte vrijheid is alleen te vinden binnen de door God gestelde grenzen. Het volmaakte voorbeeld zie je bij de Heer Jezus. Als je elkaar dient door de liefde, vervul je wat de wet eist. Nu denk je misschien: Moet ik dan toch de wet houden? Nee, Paulus gaat hier niet terug naar de wet. Wat hij laat zien, is: wat de wet eist en de mens niet kan volbrengen, wordt in de praktijk van de christelijke vrijheid werkelijkheid. Wie in liefde dient, houdt zich vanzelf, automatisch, aan de wet, zonder dat de wet de leefregel is.

Gl 5:15. Liefde verdraagt zwakheden, eist niet, stelt geen voorwaarden en verlangt ernaar te dienen. De wet weet niets van barmhartigheid, kan niet meegaand zijn en moet alles veroordelen wat niet aan de volmaakt rechtvaardige eis ervan voldoet. Waar de wet of iets wat daarvan is afgeleid norm wordt voor de verhouding tot God en tot elkaar, is het onvermijdelijke gevolg dat er strijd ontstaat.

De wet eist liefde tot elkaar, maar bij de Galaten toen en in de christenheid nu gebeurt het tegendeel. Wie de wet houdt, bouwt een eigen gerechtigheid op en kan geen medelijden hebben met anderen. De wet vereist een harde opstelling, anders is de wet geen wet meer.

De strijd die uit wetticisme voortkomt – en ook strijd die voortkomt uit het bestrijden van wetticisme! –, voert tot uitdelging. Eerst is er bijten, dan opeten en ten slotte verslinden. Het lijkt op Johannes 10 waar de Heer Jezus spreekt over “stelen”, dan “slachten” en ten slotte “verderven” (Jh 10:10a).

Lees nog eens Galaten 5:7-15.

Verwerking: Voel jij je vrij? Hoe gebruik jij je vrijheid?

Copyright information for DutKingComments