Genesis 14:13

Abram bevrijdt Lot

Abram heeft geen strijd. Hij houdt zich afzijdig van conflicten die hem niets aangaan (Sp 26:17). Hij heeft ook niets te verliezen, want hij heeft de beloften van God, die zijn niet af te nemen. Ook heeft hij als vreemdeling en pelgrim, iemand van de overzijde komt – hij wordt hier met nadruk “Abram, de Hebreeër” genoemd – niets te maken met de politieke toestanden om zich heen. Hij woont “bij de eiken van de Amoriet Mamre”, wat spreekt van duurzaamheid, waarvan de eik het symbool is, en van levenskracht of vettigheid, wat de betekenis van het woord ‘Mamre’ is. Abram woont op de plaats waar kracht wordt verkregen voor de strijd.

Als hij verneemt van het lot van Lot, die veelzeggend “zijn broeder” wordt genoemd, komt hij in actie en mengt zich in de strijd. Het enige wat hem daarbij voor ogen staat, is de bevrijding van zijn broeder Lot. Een broeder kan nog zo ver zijn afgedwaald, maar de liefde zal in actie komen bij broeders die als Abram leven in gemeenschap met God en horen van de ellendige situatie van die broeder. Lot is een gelovige, hoewel daar in Genesis niets van blijkt. In 2 Petrus 2 wordt driemaal van hem gezegd dat hij een rechtvaardige is (2Pt 2:7-8). Maar hoe droevig is zijn leven. Zulke gelovigen zijn er vandaag ook. Wat is mijn reactie als ik hoor dat zij in omstandigheden verkeren die hulp nodig maken?

Abram is niet alleen zelf een afgezonderde, ook allen die bij zijn huis horen, zijn dat. Zij zijn de “geoefende [mannen]” (of “onderwezenen”, Statenvertaling) en zijn in zijn huis geboren. Deze geoefenden, dat wil zeggen geoefend in het gebruik van wapens, zijn niet alleen onderwezen in de oorlogsvoering, maar ook in de beginselen van de godsdienst, want Abram heeft zijn huis bevolen de weg van de HEERE te houden (Gn 18:19). Zoals verderop blijkt (Gn 14:24), heeft Abram ook zijn buren, die zijn bondgenoten zijn (Gn 14:13), gevraagd mee te gaan in de strijd.

In deze strijd gaat Abram met wijsheid te werk. Hij is op de hoogte van oorlogsvoering. Hij verdeelt zijn manschappen, om de vijand van verschillende zijden tegelijk aan te vallen. Later doet Gideon met zijn kleine bende hetzelfde (Ri 7:16). Daardoor geeft Abram de indruk dat zijn kleine leger een groot leger is. Om hen te verrassen valt hij hen in de nacht aan.

De werkelijke kracht zit in zijn geloof. Omdat hij zich niet met de wereld heeft verbonden, kan hij de wereld overwinnen (1Jh 5:4). Dan is er geestelijke kracht om een broeder te bevrijden van de invloed van Sodom en Sinear. Abram is een voorbeeld van mannen van geloof “die door middel van [het] geloof koninkrijken onderwierpen” (Hb 11:33a).

Dat Lot uiteindelijk van zijn gevangenneming en bevrijding niets heeft geleerd, maar terugkeert naar Sodom, maakt de actie van Abram niet van minder betekenis. Elke verstrikking waarin een broeder terechtkomt, moet ons tot actie brengen om hem te bevrijden, los van de vraag hoe hij verder leeft. Dat is zijn verantwoordelijkheid. Wij kunnen anderen niet aan ons verplichten. We moeten de bevrijde aan de Heer toevertrouwen.

Copyright information for DutKingComments