Genesis 24:52

Reacties van Laban, Bethuel en Rebekka

Broer Laban en vader Bethuel erkennen dat de HEERE aan het werk is. Ze kunnen er niets “ten kwade of ten goede” van zeggen, dat wil zeggen dat ze er niets aan kunnen toevoegen of vanaf kunnen doen. Ze kunnen er niets aan veranderen (vgl. Nm 24:13). Daarom geven ze toestemming aan de dienaar om Rebekka mee te nemen. Hun instemming lijkt overigens meer gedwongen dan van harte te zijn. Dat blijkt ook verderop, als er wordt getracht het vertrek van Rebekka te vertragen. De dienaar neemt de instemming aan uit de hand van de HEERE en eert Hem ervoor.

Bij de voorbereidingen van de reis van Rebekka naar Izak hoort een nieuwe serie geschenken. Voor Rebekka haalt hij zilveren en gouden sieraden en kledingstukken tevoorschijn. Laban en haar moeder krijgen kostbare geschenken. Als de zaak zover klaar is, kunnen de dienaar en zij die bij hem zijn, eten en drinken en rustig gaan slapen.

De volgende dag wil de dienaar terug naar zijn heer. Er is geen enkele reden langer te blijven. Hij weet hoe Abraham en ook Izak vol verlangen uitzien naar het resultaat van zijn missie. De broer en de moeder van Rebekka delen echter niet in dat verlangen. Zij willen graag dat Rebekka toch zeker nog een dag of tien bij hen blijft. De dienaar laat zich echter niet ophouden. Dan wordt aan Rebekka gevraagd of zij “met deze man” wil meegaan. Haar antwoord is kort en krachtig: “Ik zal meegaan.”

Als we zijn opgegroeid in een christelijk gezin en al veel hebben gehoord over alle schatten van de Vader en de Zoon, komt ook tot ons de vraag of we onder de leiding van Gods Geest ons willen toewijden aan de Heer Jezus op onze reis naar Hem. Het antwoord zal blijken uit ons leven.

Copyright information for DutKingComments