Genesis 4:17-24

Het nageslacht van Kaïn

Het eerste geslachtsregister in de Bijbel is dat van Kaïn, het geslachtsregister van de lijn van het ongeloof, van het vlees. In Genesis 5 komt het geslachtsregister van het geloof (Gn 5:1). Hier zien we het beginsel: “Niet het geestelijke is eerst, maar het natuurlijke; daarna het geestelijke” (1Ko 15:46). Dat hebben we ook in het offer gezien: eerst offert Kaïn, daarna Abel. Dat het in dit geslachtsregister gaat om mensen die in ongeloof leven, blijkt uit het feit dat Kaïn een stad bouwt en die noemt naar de naam van zijn zoon. Hij schrijft zijn eigen heerlijkheid op zijn bouwwerk.

Zijn nakomeling Lamech vertrapt de instelling van God ten aanzien van het huwelijk door twee vrouwen te nemen. De kinderen die hij bij die vrouwen verwekt, hebben kwaliteiten van God gekregen, maar gebruiken die voor zichzelf.

1. Jabal is “de vader van wie tenten bewonen en vee houden”, wat we kunnen toepassen op economische welvaart, bezit en gemak.

2. Jubal is “de vader van allen die harp en fluit kunnen bespelen”, wat we kunnen toepassen op het brengen van amusement door kunst en cultuur en andere vormen van verstrooiing.

3. Tubal-Kaïn is “een smid, [vader van] alle koper- en ijzerbewerkers”, wat staat voor wetenschap en techniek.

Deze dingen kenmerken de wereld vandaag. Naar God hoeft niet gevraagd te worden. De mens regelt alles zelf.

Verder vernemen we de brallende stem van Lamech die zich beroemt op zijn kracht. Hij is de man die voor zichzelf kan opkomen. Hij vindt zichzelf met kop en schouders boven zijn voorvader Kaïn uitsteken. Niemand zal hem, Lamech, iets kunnen doen, of die persoon zal veel zwaarder worden gestraft dan degene die Kaïn zou doden. Zo belangrijk vindt hij zichzelf.

Copyright information for DutKingComments