Genesis 41:28-36

Jozef legt de dromen uit

Jozef legt uit – en onderstreept daarmee wat hij eerder heeft gezegd (Gn 41:16; 28) – dat God aan de farao door de dromen heeft bekendgemaakt wat Hij gaat doen. Er is geen enkele twijfel bij Jozef aanwezig over de uitleg die hij geeft. Twijfel wordt vandaag verheerlijkt, maar in wie de Geest van God werkzaam is (Gn 41:38) en wie met God leeft, beoordeelt alle dingen (1Ko 2:15a).

Zo kunnen ook wij met zekerheid spreken over wat God gaat doen in en met de wereld waarin wij leven. Het boek Openbaring bijvoorbeeld maakt dat duidelijk. Om het te begrijpen en door te geven moeten we slaven van Jezus Christus zijn (Op 1:1). De gezindheid van een slaaf – dat is gehoorzamen en dienen – is voorwaarde om Gods gedachten te leren kennen.

Eerst zullen er zeven jaren van overvloed komen en daarna zeven jaren van hongersnood. De hongersnood zal zo groot zijn, dat alle overvloed wordt opgemaakt. De mensen van de wereld hebben ook hun toekomstvisie. Op grond daarvan stellen zij hun beleid vast. Ze houden echter geen rekening met God, terwijl alleen God kan bekendmaken hoe het zal gaan. Net als in Openbaring 1:1 betreft het een zaak die spoedig of met “haast” (Gn 41:32) door God zal worden uitgevoerd.

Advies van Jozef

Ongevraagd, maar met waardigheid, geeft de slaaf Jozef advies aan de machtige farao. Er is bij hem niets van wraakgevoelens te bespeuren over het geleden onrecht. We zien dat hij een helpende hand biedt. Zijn advies is om één man over Egypte aan te stellen met het oog op de komende dingen. Dat moet “een verstandige en wijze man” zijn die moet kunnen beschikken over opzichters die de overvloed op de goede manier kunnen beheren met het oog op de komende hongersnood.

Niet door parlementen, kabinetten of ministers of andere aardse hoogwaardigheidsbekleders zal God regeren, maar door één Man, Die verstandig en wijs is: Jezus Christus (Js 11:2).

Copyright information for DutKingComments