Haggai 2:23

Nederlands vers (24)

Een woord tot Zerubbabel

“Op die dag” is de dag dat alle vijandschap is tenietgedaan, zoals in het vorige vers is beschreven. Direct daarop volgt: “Spreekt de HEERE van de legermachten.” Dat staat nog een keer aan het eind van het vers. In het midden van het vers staat ook nog: “Spreekt de HEERE.” Tot drie keer toe staat er in dit vers dat de HEERE spreekt, waarvan twee keer wordt gewezen op Zijn heerschappij over alle legermachten, waar ze ook maar zijn en waaruit ze ook maar bestaan.

Wat Hij zegt, gebeurt, want Hij heeft alle macht het uit te voeren. Enige twijfel aan Zijn woorden wordt daardoor uitgesloten. Dat wordt nog benadrukt door de tweevoudige vermelding van de HEERE wat Hij zal doen – “zal Ik” en “Ik zal” –, en ook van Zijn verkiezing – “zal Ik u … nemen”; “u heb Ik verkozen”. Alle nadruk ligt hier op de HEERE, op Wie Hij is en wat Hij zal doen en gedaan heeft.

Deze bevestiging heeft deze afstammeling van David en de rechthebbende op de troon van David nodig. Het is ook een grote bemoediging voor het kleine en zwakke overblijfsel waarover Zerubbabel landvoogd is.

De HEERE spreekt tot “Zerubbabel, zoon van Sealthiël, Mijn dienaar”. Het is een woord voor hem persoonlijk. Dat de HEERE hem zo nadrukkelijk als “Mijn dienaar” aanspreekt, onderstreept de gedachte dat het over Zerubbabel heen uiteindelijk om de Messias gaat (Js 41:8; Js 42:1; Js 49:5-6; Js 50:10; Js 52:13; Js 53:11).

De HEERE geeft Zerubbabel geen zegelring, maar maakt hem tot een zegelring. Een zegelring is een teken van eer en gezag (Hl 8:6; Jr 22:24). De drager kenmerkt daarmee brieven of documenten, die hem dan vertegenwoordigen (Gn 38:18; 1Kn 21:8; Dn 6:18; Es 8:8). Zoals al is gezegd, is Zerubbabel een type van Christus. Gods doel is om Christus als Zijn zegelring te gebruiken en de afdruk, het kenmerk, van Christus te zetten op al het geschapene.

Dat is nu nog niet het geval. De naties houden geen rekening met Hem, ze zijn niet van Hem onder de indruk. Maar ieder die onder de volken het evangelie aanneemt, komt wel onder die indruk en wordt een afdruk van Hem.

De zegelring hoort onlosmakelijk bij de drager. God zal Zerubbabel een positie geven waarin hij onafscheidelijk aan de HEERE verbonden zal zijn en blijven. Hij zal hem niet wegwerpen, maar als Zijn waardevolle eigendom bewaren. De belofte geldt niet hem persoonlijk, maar de ambtelijke positie die hij inneemt. Dat blijkt wel uit het feit dat het geprofeteerde pas zal komen als alle koninkrijken omvergeworpen zullen zijn (Dn 2:44a). Het ziet vooruit naar Christus aan Wiens koninkrijk geen einde zal komen (Dn 2:44b; Lk 1:32-33).

Zo eindigt het boek Haggaï, dat zo ontmoedigend en terneerdrukkend is begonnen, op een verheffende en veelbelovende wijze. De eerste boodschap van Haggaï is een aanklacht. In zijn laatste boodschap spreekt hij over een grote en gezegende toekomst voor het volk van God. Zoals we nu weten, was die toekomst veel verder weg dan zowel Haggaï als Zerubbabel hebben gedacht. Maar in de gedachten van God is die net zo dichtbij en zeker als de ‘s morgens opkomende zon.

Copyright information for DutKingComments