Hosea 2:9

Nederlands vers (8)

God neemt de zegen weg

Vanwege het gebrek aan besef dat God de bron van hun zegen is (Hs 2:7), gaat God de zegen weer wegnemen. Vanwege hun zondige daden zal God hun voedsel en kleding wegnemen, zodat er gebrek ontstaat aan de meest elementaire levensbehoeften (1Tm 6:8). God zou bijvoorbeeld de regen aan het land kunnen onthouden. Vaker is het volk voor zijn ontrouw en afgoderij met droogte gestraft (1Kn 17:1-7). Ook kan Hij de zegen wegnemen door vijanden die de oogst roven (Ri 6:1-6).

God handelt zo, omdat het volk Hem ontrouw is. Vandaar dat dit vers, evenals Hs 2:5, met “daarom” begint, want God kan niet toelaten dat Zijn volk zich toe-eigent wat van Hem is. God spreekt hier over “Mijn koren”, “Mijn nieuwe wijn”, “Mijn wol” en “Mijn vlas”, om aan te geven dat het van Hem komt en ook van Hem blijft. Wat Hij geeft, is Hij niet kwijt. Hij blijft de Eigenaar ervan en heeft het recht het terug te nemen.

In geestelijk opzicht is dit ook zo. De gemeente is door haar ontrouw veel zegen kwijtgeraakt. Vijanden hebben het voor het zeggen gekregen in de gemeente. Mensen die aan bijbelkritiek doen, krijgen de ruimte om op de kansel hun verderfelijke leringen te spuien. Christenen staan meer open voor invloeden uit de wereld dan voor het Woord van God. Als vergader- en organisatietechnieken in de wereld blijken te werken, worden die ook gebruikt om besprekingen in en het functioneren van de gemeente van God beter te doen verlopen.

Op die manier krijgt de vijand controle op het reilen en zeilen binnen de gemeente. Het Woord van God is niet meer het ijkpunt, maar het woord van mensen. De gemeente wordt een vereniging die bestuurd wordt in overeenstemming met wat aanvaardbaar is in wereldse verenigingen. God neemt dan weg wat Hij aan zegen heeft gegeven. De gelovigen verliezen het besef van hun verbinding met een verheerlijkte Christus, “in Wie al de schatten van de wijsheid en kennis verborgen zijn” (Ko 2:3).

Dit kan ook worden toegepast op het natuurlijke leven en stoffelijke zaken. Er moet soms geld worden uitgegeven aan zaken die het gevolg zijn van ontrouw handelen of het overtreden van voorgeschreven regels. Dit is het geval met een bekeuring voor te hard rijden. Het geld dat daarvoor betaald moet worden, ben je kwijt. Als je een aanrijding veroorzaakt, kost dat vaak nog meer geld. Zo is het ook mogelijk om onverantwoord met je gezondheid om te gaan, waardoor je lichaam bepaalde functies kwijtraakt. Door slecht gedrag kan geld en goed en gezondheid je worden ontnomen, je bent het kwijt.

Maar nu de reactie. Doe ik het af met: ‘Ach, dat kan iedereen overkomen, dus mij ook’? Dat is waar, maar kijkt de christen niet verder? God spreekt erdoor. Sta ik ervoor open om te leren wat God mij erdoor leren wil? Dat laatste mag je zeker van een christen verwachten.

Copyright information for DutKingComments