Hosea 4:6

Geen kennis

Gebrek aan kennis bij het volk komt vooral voor rekening van de priesters. Juist zij hebben, samen met de Levieten, de opdracht aan het volk Gods de wet te leren (Dt 33:8; 10; Ez 44:23; Ml 2:7). Gods oordeel over de priesters houdt in dat Hij hen uit Zijn nabijheid zal verwijderen. Het grote voorrecht van de priesters is immers dat zij in de tegenwoordigheid van God mogen zijn? Maar God kan hen daar niet langer dulden. Hij spreekt nog wel over “Mijn volk” (vgl. Hs 4:12), maar het zal niet lang meer duren of Hij zal hen “Lo Ammi”, ‘niet Mijn volk’ moeten noemen.

Het gebrek aan kennis komt niet omdat ze geen licht hebben, maar omdat ze het licht haten. Ze zijn niet op een dwaalweg omdat ze de weg niet weten, maar omdat ze geen enkel verlangen hebben Gods weg te gaan. Zij zijn geworden als de mensen van wie Job zegt: “Toch zeggen zij tegen God: Wijk van ons, want wij vinden geen vreugde in de kennis van Uw wegen” (Jb 21:14).

De houding en het gedrag van priesters en volk hebben niet alleen gevolgen voor henzelf. Als ouders de kennis van God verwerpen, kunnen ze ook niets aan hun kinderen overdragen. De gevolgen van een Godloze opvoeding laten zich gemakkelijk raden: ook de kinderen zullen niet vragen naar God. Als kinderen in de gezinnen van Gods volk niet leren hun Schepper te gedenken, mogen ze niet verwachten dat hun Schepper hen gedenkt.

Een voorbeeld van door God verworpen priesterzonen zien we in de zonen van Eli. Eli heeft zijn zonen geen kennis van God bijgebracht. Dit is Gods verwijt aan hem (1Sm 2:29). De houding van Eli bepaalt het gedrag van zijn zonen. En door hun gedrag gaat men in Israël het offer van de HEERE minachten (1Sm 2:17). De verachting die Eli’s zonen voor het offer tonen, wordt Eli aangerekend. God kan niet anders doen dan Eli en zijn huis het priesterschap ontnemen (1Sm 2:30-31; 1Sm 3:12-14).

De kennis van het Woord van God is voor ieder lid van Gods volk van het grootste belang. Alleen door het lezen en bestuderen van de Bijbel is het mogelijk tot eer van God te leven. Maar ook hier speelt de tijdgeest Gods volk parten. Er wordt nauwelijks meer gevraagd naar bijbelstudielectuur. Men is meer uit op boeken die gemakkelijk lezen en aansluiten bij het gevoel. Die markt is nog lang niet verzadigd. Natuurlijk zijn er ook goede, geloofsopbouwende boeken, zeker als het gaat om boeken die vanuit een herderlijke bewogenheid met de kudde geschreven zijn. Dat blijkt dan uit het aantal verwijzingen naar de Bijbel.

Vaak is het zo dat men afhaakt zodra er enige inspanning wordt gevraagd. Soms wordt zelfs het verwijt gemaakt dat je niet bij alles een bijbeltekst moet aanhalen. Nu is het ook weer niet zo, dat het altijd even wijs is om lukraak teksten te citeren. Waar het om gaat, is de houding die we vandaag in de christenheid tegenkomen. Er is nauwelijks meer interesse voor het graven in het Woord van God, terwijl juist door bijbelstudie Gods gedachten ons meer eigen worden.

Deze list van de satan doet het goed. De oproep van Jesaja moet ook nu weer worden gehoord: “[Terug] naar de wet en het getuigenis! Als zij niet overeenkomstig dit woord spreken, zal er voor hen geen dageraad zijn” (Js 8:20). Terug naar de Schrift! Wie meent het zonder te kunnen, zal het licht niet zien, maar in de duisternis blijven ronddolen en er eeuwig in verblijven.

Hoe we op een goede en vruchtbare manier de Bijbel kunnen bestuderen en daarna ook anderen met Gods Woord kunnen dienen, zien we bij Ezra. In zijn omgang met het Woord van God zien we drie elementen die van doorslaggevend belang zijn: “Ezra had immers zijn hart erop gericht

1. om de wet van de HEERE te onderzoeken,

2. om die te doen en

3. om in Israël de verordeningen en bepalingen te onderwijzen” (Ea 7:10).

Hier wordt duidelijk dat het in de eerste plaats gaat om de kennis van het hart (vgl. Ef 1:17-18) en niet om pure hoofdkennis. Als het hart in de juiste gezindheid is, is er eerst het verlangen om “te onderzoeken”, vervolgens om zelf “te doen”, dat is in praktijk te brengen wat uit Gods Woord is geleerd, om dan ten slotte het geleerde en in praktijk gebrachte ook aan Gods volk “te onderwijzen”.

Copyright information for DutKingComments