Hosea 5:2

De afvalligen

De afvalligen zijn de koning, de priesters en het volk die van God afvallig zijn geworden en zich tot de afgoden hebben gewend. Ze dalen af naar de plaatsen waar de afgoden zijn om daar hun offers te slachten. De plaatsen van afgoderij zijn vaak hooggelegen plaatsen, maar God noemt het een afdalen naar die plaatsen. De weg van God af is altijd een weg naar beneden.

Tegenover dit afvallige gedrag plaatst God Zichzelf als ‘een vermaning’. God zegt niet dat Hij hen zal vermanen, maar dat Hij Zelf een vermaning is. Hij spreekt geen vermaning uit, maar wijst op Zichzelf. Alles wat van God zichtbaar wordt, waarin Hij Zich openbaart, is een vermaning voor het afvallige volk. Uit al Zijn eigenschappen, zoals Zijn barmhartigheid, liefde en gerechtigheid spreekt vermaning. De tegenstelling tussen de eerste en de tweede regel is groot.

Copyright information for DutKingComments