Hosea 5:5

De val van Israël en Juda

De hoogmoed van Israël is niet iets wat alleen maar in het hart aanwezig is. Hun hele opstelling straalt hoogmoed uit. Het volk loopt als het ware met de neus in de lucht en kijkt verachtelijk op anderen neer. Er is een totaal gebrek aan nederigheid en verslagenheid over de zonden die openlijk bedreven worden. Het lijkt er zelfs op dat men prat gaat op wat men doet. Zij zijn immers het uitverkoren volk van God?

Maar als wordt vergeten wat dat uitverkoren zijn inhoudt, is het gevolg hoogmoed. Alles wat God aan Zijn volk geschonken heeft, wordt door hen gezien als iets waar ze recht op hebben. Weg is de afhankelijkheid van en dankbaarheid jegens God.

Er is dan ook geen kracht meer om staande te blijven tegenover de vijand. Struikelen is het gevolg. Wie zijn hand loswringt uit Gods hand, zal niet ver komen. Nog even een flinke mond opzetten, mogelijk nog een tijdje indruk maken, maar dan is het gebeurd. Een volk zonder God gaat verloren. Zo is het met Israël gegaan en zo zal het met de christenheid gaan.

Ook de christenheid beroemt zich op haar voorrechten alsof ze die verdiend heeft (Rm 11:19-20). Dit is ook persoonlijk toe te passen. Ga ik hoogmoedig met iets om wat God me heeft gegeven, bijvoorbeeld met de positie die ik bekleed? Dan is de val nabij. Eerder heeft de HEERE Juda gewaarschuwd om Israël niet na te doen (Hs 4:15), maar tevergeefs. Juda struikelt met Israël.

Copyright information for DutKingComments