Isaiah 15:3

Moab in rouw gedompeld

Om hulp te zoeken bij de goden gaan de Moabieten naar de hoogten, naar hun afgodstempel (Js 15:2a). “Baïth” betekent huis, in dit geval tempel, het huis van de goden. Daar weeklagen ze over de gevallen steden Nebo en Medeba. Ze uiten hun rouw over de volksramp niet alleen met hun mond door te weeklagen, maar ook door uiterlijke tekenen als het kaalscheren van het hoofd en het afscheren van de baard (Js 15:2b). Deze rouwgebruiken zijn algemeen, “alle hoofden” en “elke baard”. Ook hun kleding laat hun rouw zien (Js 15:3). Op alle plaatsen, op straat, op het dak, op het plein, overal is hun rouw te zien en te horen.

Het bezoek aan de afgoden op de hoogten (Js 15:2) heeft geen enkele verlichting van hun smart opgeleverd, want “ze dalen in tranen af” (Js 15:3b). In steden als Hesbon en Eleale schreeuwt men het uit (Js 15:4). Het geschreeuw wordt tot in het in de verte gelegen Jahaz gehoord. Heel Moab siddert en zelfs de strijders zijn met angst vervuld en hebben geen moed om te strijden.

Copyright information for DutKingComments