Isaiah 48:22

Geen vrede voor de goddelozen

Dit deel van de profetie van Jesaja, Jesaja 40-48, eindigt met in dit vers de ernstige verklaring van de HEERE dat de goddelozen geen vrede hebben. De vrede van de gehoorzamen (Js 48:18) is de goddelozen onbekend. Vrede is het gevolg van gehoorzaamheid (Jh 14:15; 21; 23; 27). Het lijkt een anticlimax, maar Jesaja verliest bij de behoudenis en de heerlijke dingen die daarmee zijn verbonden de realiteit niet uit het oog. Hij verwijst naar de goddelozen in Israël. Het zijn de mensen die onverschillig zijn tegenover de wil van God, een toestand die een verhindering is om vrede te ervaren en de zegeningen te ontvangen die in Js 48:18 aan de rechtvaardige zijn beloofd (vgl. Op 22:14-15).

Deze verklaring wordt, met een kleine variatie, aan het einde van Jesaja 57 herhaald als afsluiting van het volgende deel (Jesaja 49-57). Uitvoeriger vinden we deze verklaring aan het einde van het boek, aan het einde van Jesaja 66, als afsluiting van het laatste deel (Jesaja 58-66).

Hier sluit deze verklaring het getuigenis aangaande Babel af dat in Jesaja 46:1 is begonnen en meer in het algemeen het hele deel vanaf Jesaja 40. In het vervolg van het boek wordt er geen melding meer gemaakt van Kores of Babel of van de afgoderij die het onderwerp vormde van het protest van de HEERE. In het volgende deel, (Jesaja 49-57) gaat het niet om de eerste grote zonde van Israël, de afgoderij, maar om de tweede grote zonde van Israël, de verwerping van Christus, de ware Knecht van de HEERE.

Copyright information for DutKingComments